Dat zegt Dirk Ubbink, hoogleraar evidence-based medicine en shared decision-making aan Amsterdam UMC. Hij ondersteunt de campagne Samen Beslissen, die zorgverleners en patiënten stimuleert samen te kiezen voor een behandeling of bepaalde zorg. In nauwe afstemming bespreken ze de voor- en nadelen van verschillende behandelopties, en de persoonlijke waarden en voorkeuren van de patiënt.
In de praktijk blijkt dit zorg op te leveren waar beide partijen tevredener over zijn, aldus Ubbink. ‘Dat patiënten het prettig vinden, spreekt eigenlijk vanzelf. Natuurlijk wil je gehoord worden als je ziek bent, en het helpt je als aan jou wordt gevraagd wat voor jou belangrijk is en wat je nu eigenlijk met een behandeling wilt bereiken. Maar ook voor zorgverleners is het prettig. Je kunt de verantwoordelijkheid voor de behandeling maar het beste delen. Dat geeft een goed gevoel, je doet het immers samen. En het leidt wellicht ook tot minder claims.’
Veel zorgverleners proberen hun patiënten al te betrekken bij het behandelplan, maar dat is niet altijd genoeg, aldus Ubbink. ‘Het blijft vaak bij het bespreken van de voor- en nadelen van één bepaalde optie, in plaats van verschillende keuzes voor te leggen. En het gesprek is nog altijd vaak ‘zenden’. De vraag: wat wilt u? wordt nog te weinig gesteld. Daar moet de campagne verandering in brengen.’
De campagne is vooral nuttig, aldus Ubbink, omdat alle partijen zich ervan bewust moeten worden dat samen beslissen een optie is. ‘Het gaat dan echt om álle partrijen: verpleegkundigen, artsen, patiënten, toekomstige patiënten, partners, naasten, mantelzorgers. Te vaak nog komen zij niet op het idee dat je het samen kunt doen, ook patiënten niet. Dan is het zinvol als je deze optie wordt voorgehouden. Dus niet: de dokter heeft ervoor geleerd en is daarmee de expert. Maar: de dokter heeft ervoor geleerd en is een expert, net zoals jij dat bent.’
De kunst is natuurlijk om de campagne onder de aandacht te brengen. In het Amsterdam UMC gebeurt dat met alle mogelijke middelen, zoals posters, banners, animatiefilmpjes op polischermen en verhalen op intranet.
Ook zijn er trainingen voor zorgprofessionals over het op de juiste manier voeren van het gesprek met de patiënt. ‘Dat zijn vooral praktische trainingen, met veel aandacht voor casussen die je zelf kunt inbrengen. Deelnemers ervaren dat vaak als een eye opener. O ja, zo kan het ook! Tot nu toe zijn er twaalf trainingen geweest met elk zo’n vijf tot tien deelnemers. Dat gaat dus de goede kant op, al willen we natuurlijk nog veel meer collega’s bereiken.’
Belangrijk daarbij is dat het management en het bestuur van het ziekenhuis het principe van samen beslissen ondersteunen. ‘Laat zien dat het belangrijk vindt, vertel erover, zet het op de agenda en spreek mensen erop aan. En stel de middelen beschikbaar die je nodig hebt, zoals voor die trainingen. Zodat je ook van bovenaf de ontwikkelingen de goede kant op stuurt.’
NCZ
Helaas wordt er weinig aandacht besteed aan de rol/taak/aanwezigheid van de partner/mantelzorger/vertegenwoordiger bij het samen beslissen. Terwijl ook die van groot belang kan zijn bij het draagvlak/de beslissing t.a.v. de behandeling!