In de praktijk slaagt maar 30 procent van de netwerken, zo bleek op 5 oktober in Utrecht tijdens het Skipr-congres ‘Van ketenzorg naar netwerkzorg, passende zorg over de grenzen van instellingen heen’.
‘Bedenk alles wat fout kan gaan’
Het mislukken van een netwerk kan grote juridische gevolgen hebben. Daarom pleit Shirin Slabbers, advocaat gezondheidsrecht bij VvAA Legal, voor een gedegen voorbereiding. “Ga uit van het nachtmerriescenario. Bedenk alles wat er fout zou kunnen gaan en leg dat vast in contracten. Het begint al met de keuze voor de samenwerkingsvorm. Sluit je een overeenkomst of richt je een aparte entiteit op?
Juridische componenten
Hoe je het ook organiseert heeft netwerkzorg een aantal juridische componenten, zo legt de advocate uit. Per samenwerkingsvorm heb je te maken met voor- en nadelen. Die hebben vooral betrekking op aansprakelijkheid, privacy van de patiënt en financiën en verantwoordelijkheden.
Aansprakelijkheid
Eerst maar eens die aansprakelijkheid. Shirin Slabbers: “In de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is de centrale aansprakelijkheid opgenomen. Die is bedacht voor ziekenhuizen, verpleeginrichtingen en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. In de bepaling staat dat het ziekenhuis of de instelling aansprakelijk kan worden gesteld, ook als die zelf geen partij is. Er is nu discussie of dat ook zal moeten opgaan voor netwerkzorg, maar ik verwacht dat het nog jaren kan duren voor de regelgeving eventueel verandert.”
Vooraf regelen, geen gedoe achteraf
Op dit moment is het zo dat als wordt gekozen voor een aparte entiteit, de partijen die samenwerken zelf soms ook aansprakelijk kunnen worden gesteld omdat ze – met een juridische term – als ‘hulppersoon’ worden ingeschakeld. Wordt gekozen voor een samenwerkingsovereenkomst, dan is het ook goed om vast te leggen wie waarvoor aansprakelijk is. En om het nog ingewikkelder te maken: Veel fouten worden gemaakt in de overdracht. Wie is er dan aansprakelijk? “Mijn advies is: regel het goed voordat er achteraf gedoe ontstaat”, zegt Slabbers.
Privacy
Een tweede punt is de privacy van de patiënt, waarvoor onder andere de algemene privacy-verordening AVG, de WGBO en ook wel de Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) regels voor geven. Shirin Slabbers: “Als je als netwerk kiest voor de oprichting van een aparte entiteit, dan wordt je door de IGJ beschouwt als aparte zorgaanbieder. Dan moet je een incidentenregister hebben, je aanmelden bij een geschilleninstantie en misschien een cliëntenraad aanstellen. Bij een calamiteit moet de entiteit een melding doen bij de IGJ. Hiervoor is geen toestemming van de cliënt nodig.”
Beroepsgeheim
Het beroepsgeheim is geregeld in de WGBO en dat heeft gevolgen voor de informatie-uitwisseling binnen een zorgnetwerk. “Binnen een entiteit mag iedereen vrijelijk informatie uitwisselen voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van een ieders werkzaamheden. Als de netwerkzorg in een samenwerkingsovereenkomst is geregeld, is er voor elke informatie-uitwisseling gerichte toestemming van de patiënt nodig.
AVG
Alleen toestemming voor uitwisseling is dan niet genoeg, de patiënt moet ook weten wélke informatie met wie wordt gedeeld. Dat geldt trouwens ook voor bijvoorbeeld overleg of onderzoek bij klachten of calamiteiten.” Een aparte entiteit heeft dus voordelen, maar leidt ook tot extra verplichtingen op grond van de AVG. “De organisatie moet bijvoorbeeld een eigen privacyverklaring, een datalekregister en een verwerkingsregisters.”
Meer haken en ogen
En dan zijn er nog veel meer juridische haken en ogen te bedenken rondom netwerkzorg. Shirin Slabbers somt een aantal op. “Wanneer mag een partij toetreden tot een netwerk? En wanneer mag je een partij eruit zetten? Als er sprake is van bijvoorbeeld declaratiefraude of grensoverschrijdend gedrag? Als de kwaliteit van een netwerkpartner onvoldoende is? Mag een uitgetreden partij de naam nog blijven gebruiken? Hoe vergoed je tijd en moeite die in het zorgnetwerk is geïnvesteerd? Hoe ga je om met verschillende financiers en geldstromen: gecontracteerde en niet-gecontracteerde zorgverzekeraars of inkopende gemeenten, die ook allemaal controles willen uitoefenen. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Dat moet je allemaal aan de voorkant regelen.”
Juridische checklist
Het is niet de bedoeling van Shirin Slabbers om zorgaanbieders te demotiveren om netwerkzorg te gaan organiseren. Integendeel. Ze wil juist helpen om die te laten slagen. Daarom heeft VvAA Legal een juridische checklist opgesteld. Die is op te vragen via shirin.slabbers@vvaa.nl.