Wereldwijd staat de zorg voor grote uitdagingen. Jaarlijks wordt meer dan 7,8 biljoen dollar (10 procent van het wereldwijde BBP) aan zorg besteed en er wordt verwacht dat dit bedrag de komende jaren met nog 6 procent gaat toenemen. Hoe kunnen we de zorg in de toekomst dan toegankelijk en betaalbaar houden?
Eén van de ideeën die nu ook in Nederland veel aandacht krijgt, is Value-Based Healthcare (VBHC). Maar wat houdt VBHC precies in en hoe werkt dit in de praktijk?
The Economist Intelligence Unit (EIU) en de Global Assessment
Onlangs heeft The Economist Intelligence Unit (EIU), onderzoekstak van The Economist, in opdracht van Medtronic onderzoek verricht naar VBHC, wat wordt gedefinieerd als ‘het realiseren en implementeren van een zorgsysteem dat meetbaar betere patiëntresultaten centraal stelt en deze resultaten op een kostenefficiënte manier realiseert’. De studie onderzocht in hoeverre VBHC inmiddels wordt toegepast in 25 landen wereldwijd, waaronder Nederland.
Maarten Akkerman, Vice President Medical Affairs & Value Based Healthcare EMEA Medtronic, vult aan: “Medtronic heeft dit onderzoek geïnitieerd omdat we de ontwikkeling van VBHC interessant vinden en de idee-vorming daarover willen steunen. We geloven namelijk dat patiëntuitkomsten bepalend moeten zijn voor de inrichting en financiering van de zorg. Daarom zijn we bezig de omslag te maken van leverancier van innovatieve producten naar een partner in dit nieuwe systeem waar patiëntuitkomsten leidend zijn. Medtronic kan een unieke rol spelen in de transformatie naar VBHC, en wil ook verantwoordelijkheid nemen in deze transitie.”
Uitkomsten
Hoewel VBHC wereldwijd nog in de kinderschoenen staat, zijn de eerste stappen richting VBHC bemoedigend. Europa loopt voorop in de transitie naar VBHC, maar er zijn sterke verschillen per land. Nederland behoort tot de middenmoot, maar loopt voorop op het gebied van het integreren van verschillende datasystemen.
In Nederland is er zeker interesse voor VBHC, maar de implementatie gaat relatief langzaam. Volgens de EIU heeft dit te maken met het decentrale karakter van de gezondheidszorg, wat ondanks verschillende lokale initiatieven, centrale besluitvorming bemoeilijkt. Hoewel er daarnaast ziekteregisters bestaan en elektronisch patiëntendossiers worden ingevoerd, is het nog maar beperkt mogelijk om deze data onder zorgprofessionals te delen. Bovendien gebeurt dit doorgaans slechts op regionaal niveau.
Specifieke aanbevelingen voor Nederland
Het rapport geeft enkele aanbevelingen voor Nederland:
• Er is behoefte aan een nationale zorgstrategie die gericht is op resultaten. Gebaseerd op de waarde van deze resultaten kunnen dan betalingsmodellen worden ontwikkeld.
• Er zouden meer beroepsopleidingen en -trainingen moeten komen om de betrokkenen in de zorg op te leiden en te motiveren voor VBHC.
• Hoewel Nederland voorop loopt in het integreren van verschillende datasystemen, is meer integratie en toestemming voor het delen van gegevens (ziekteregisters en elektronische patiëntendossiers) gewenst, zodat betrokken zorgprofessionals geïnformeerde beslissingen kunnen maken.
“De resultaten van het EIU onderzoek laten zien zijn dat er veel beweging is op het gebied van VBHC en dat Nederland in sommige opzichten voorop loopt ten opzichte van andere landen. Maar nog lang niet in alle takken en geledingen van zorg is het bewustzijn omtrent het waarde denken even goed vertegenwoordigd. We willen vanuit Medtronic niet alleen participeren in de discussie over VBHC, maar ook verantwoordelijkheid nemen. Dat gaat dus veel verder dan het ontwikkelen van hoogwaardige innovatieve producten alleen. Ik hoop dat dit onderzoek voer voor discussie is. We zien als grootste medisch technologiebedrijf ter wereld dat het model van betalen voor volume en service alleen niet houdbaar is, en dat wij een unieke rol kunnen spelen in het technologie -en innovatiestuk in de transitie naar VBHC”, besluit Akkerman.