Habion is kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht, specifiek om ouderen te huisvesten, dus de corporatie heeft ruim zeventig jaar ervaring. In die tijd heeft Habion zichzelf verschillende malen opnieuw moeten uitvinden. Zo veroorzaakte de scheiding tussen wonen en zorg een forse omzetvermindering, maar belangrijker was dat niemand de toenmalige verpleeg- of verzorgingshuizen nog aantrekkelijk vond. “We moesten iets nieuws verzinnen”, aldus Boerenfijn. “Dat leidde tot een fundamenteel andere visie op wonen en zorg. Niet langer waren we gebouwleverancier voor zorgorganisaties; we zijn met ouderen en de lokale samenleving aan het ontwerpen geslagen en gaan bedenken hoe mensen oud willen worden.” Uiteindelijk leverde dat het Liv inn-concept versie 1.0 op, dat werd gerealiseerd in Voorst – in een verpleeghuis dat op de nominatie stond om gesloopt te worden.
Samen met bewoners
Inmiddels is het concept uitgerold op vijftien locaties van 150 à 160 woningen, telkens anders maar iedere keer met eigen twee- of driekamerappartementen die in verschillende domeinen te verhuren zijn: als woning of aan een zorginstelling. “In gesprekken met bewoners kwamen we erachter dat ze behoefte hebben aan privacy binnen hun eigen huis én aan reuring in gemeenschappelijke ruimtes”, vertelt Boerenfijn. “We hebben gemerkt dat je het eigenaarschap daarvan bij de lokale samenleving moet neerleggen. Zij nemen zelf initiatieven. In beginsel willen mensen alles zelf doen.” Ook is Habion anders gaan aankijken tegen de rol van zorgorganisaties binnen deze vorm van ouderenhuisvesting. Peter Boerenfijn: “Als ieder mens hier kan komen wonen, met iedere zorgvraag ongeacht financiering, dan heb je te maken met allerlei financieringsstromen: Wmo, zorgverzekeringswet, Wlz. Als zorgorganisatie moet je hierin transformeren naar een logistiek bedrijf: zorg dat de goede medewerker op het goede moment bij de juiste bewoner is. Maar de vraag van bewoners kan telkens veranderen. Daar moet je op kunnen anticiperen. In de experimenten die we hebben gedaan, zien we dat niet iedere zorgorganisatie daar toe in staat is. Dat betekent soms dat we afscheid moeten nemen van instellingen waar wij op de traditionele manier gebouwen aan verhuren en – samen met bewoners – op zoek moeten naar innovatieve organisaties voor een ‘license to operate’, waarbij alle bewoners ook verplicht worden om daar zorg af te nemen.” Dat zijn ook vaak de zorgorganisaties waarvan jonge mensen het aantrekkelijk vinden om te werken, constateert Boerenfijn. “Omdat ze niet regulier of institutioneel zijn.”
Regelcrisis
De formule is succesvol. De reden dat er nog maar vijftien locaties zijn, ligt aan regelgeving, legt Boerenfijn uit. “Het grootste knelpunt is de regelcrisis in bouwen en wonen. Het is heel ingewikkeld om alleen al te transformeren of nieuwbouw neer te zetten. Als je dat dan ook nog eens doet voor ouderen met zorg, moet je helemaal met regels gaan stapelen. Dan wordt het wel heel erg stroperig.”
Zorg & Vastgoed congres op 12 oktober
De uitdagingen in zorg en vastgoed zijn groot. Er is een veranderende behoefte aan het vastgoed binnen de zorg ontstaan. Hoe gaat u hiermee om? Hoe bepaalt u uw vastgoed strategie? En op welke manier geeft u vorm aan de uitvoering? En welke partners zijn daarbij noodzakelijk en behulpzaam?
Tijdens het Zorg & Vastgoed congres op 12 oktober krijgt u oplossingen voor deze vraagstukken aangereikt van experts van zorgorganisaties en uit het vastgoed. Zij delen hun uitdagingen, ervaringen en aanpak op het gebied van vernieuwende woon- en zorgconcepten.