Nu zijn de dashboards en signaleringen nog vooral gericht op alles wat raakt aan de zorgadministratie en -declaratie. Maar in de toekomst kunnen psychologen ook gebruikmaken van de voorspellende waarde van data op zorginhoudelijk gebied. Naud Wirtz hoopt dat veel GGZ-organisaties volgen. “Want hoe meer we gebruikmaken van elkaars dashboards en signaleringen, hoe sneller we als sector kunnen leren en innoveren.”
Het FortaNetwerk bestaat naast verschillende bedrijven in de FortaGroep ook uit PSYTREC, de Pi-Groep, Human Concern, FortaOpleidingen, De Jonge Krijger en Holygrow. Deze organisaties krijgen ondersteuning vanuit FortaServices, een bedrijfsonderdeel dat ondersteunende diensten levert op het gebied van HR, ICT, kwaliteit, data-analyse en -management, facilitair, finance en zorgadministratie. “Wij richten ons op alles buiten het primaire zorgproces”, vat directeur van FortaServices Naud Wirtz samen. “We willen bewerkstelligen dat de zorgbedrijven zich kunnen focussen op waar ze goed in zijn: het leveren van excellente zorg.”
Eén van de diensten die FortaServices levert is informatievoorziening. Wirtz: “Forta loopt al jaren voorop als het gaat om informatie halen uit data. Toen ik begin 2020 bij Forta binnenkwam, was er een datawarehouse dat de belangrijkste databronnen ontsloot. Maar het was heel bewerkelijk om dashboards te bouwen. De dashboards hadden bovendien een sterk financieel karakter, terwijl onze ambitie is om de zorg te verbeteren door slimmer gebruik te maken van data. Het hart van onze organisatie bestaat uit behandelaren en begeleiders. Als zij worden ondersteund met slimme analyses en signaleringen waardoor ze sneller een betere diagnose kunnen stellen en beter het succes van een behandeling kunnen voorspellen, dan heeft het niet alleen impact op ons financiële resultaat, maar ook op onze zorgkwaliteit.”
Persoonlijke dashboards en signaleringen
Om bij die stip op de horizon te komen, zul je echter eerst de basis op orde moeten hebben. “Onze visie is dat we de technologie zo eenvoudig mogelijk moeten inrichten, want de werkelijkheid is al complex genoeg”, zegt Wirtz. In het datwarehouse waar Forta mee werkte, kon je alle typen data en databases ontsluiten: gestructureerde data maar ook teksten in vrije velden. “We konden die data alleen niet makkelijk ontsluiten naar gebruikers”, vertelt hij. “Het was te tijdrovend om dashboards te bouwen.”
Toen FortaNetwerk vorig jaar Human Concern overnam, raakte Wirtz onder de indruk van de dienstverlening door 6Gorilla’s en het Snowflake-platform dat zij gebruiken. Reden om een uitgebreid marktonderzoek te starten en de verschillende alternatieven te onderzoeken. Wirtz: “We zijn erg gecharmeerd van de visie van 6Gorilla’s. Die sluit nauw aan bij die van ons: zorg ervoor dat je de data ‘actionable’ maakt. Informatie heeft pas waarde als medewerkers hierdoor worden ondersteund en dus tijdens hun werk betere beslissingen kunnen nemen. Welke informatie iemand nodig heeft, hangt helemaal af van zijn of haar rol. We willen daarom persoonlijke dashboards en signaleringen maken, die aansluiten bij de behoeften van de medewerkers.”
Mede vanwege de ervaring die 6Gorilla’s heeft met Snowflake, viel de keus op dit platform. Daarnaast was dit prijstechnisch en strategisch de beste keus, vertelt Wirtz. “Waar bijvoorbeeld de verschillende BV’s in het FortaNetwerk bij ons vorige datawarehouse allemaal een eigen koppeling moesten maken naar het datalake, was het bij Snowflake mogelijk om met slechts één interface te werken. Dat maakt de architectuur aanzienlijk veel eenvoudiger en het vergt veel minder beheerwerk als je slechts één koppeling hoeft te onderhouden in plaats van tien.”
Zorginhoudelijke kennis is een eis
Er is een duidelijke taakverdeling tussen de consultants van 6Gorilla’s en de vier dataspecialisten van Forta. Het beheer van Snowflake en de interfaces naar de softwaresystemen die het datalake voeden, ligt op het bordje van 6Gorilla’s. Het ontwikkelen van dashboards, signaleringen en andere dataproducten is primair de taak van de Forta-medewerkers. Wirtz: “6Gorilla’s heeft veel verstand van de techniek, terwijl onze dataspecialisten de zorg heel goed kennen. Samen is dat een sterke combinatie.”
De dataspecialisten moeten goed snappen wat de vraag achter de vraag is. Want ieder aanbod creëert zijn eigen vraag, weet Wirtz. “Je moet ervoor waken dat je niet klakkeloos voor iedere vraag een dashboard bouwt, want dan zie je uiteindelijk nog steeds door de bomen het bos niet.” Het gaat er juist om dat je dashboards ontwikkelt die je helpen om de bomen in het bos goed van elkaar te onderscheiden. Dashboards die je vertellen welke boom wat nodig heeft om te kunnen groeien; signaleringen die je waarschuwen als één van de randvoorwaarden voor gezonde groei in gevaar komt, zodat je daarop actie kunt ondernemen. En dat is best ingewikkeld, zegt Wirtz. “Daar heb je diepgaande zorginhoudelijke kennis voor nodig. Kennis die een data scientist zonder achtergrond in de zorg niet heeft.”
Begin met de standaardrapportages
Wirtz verwacht dat Forta op termijn zo’n 85 procent van alle informatiebehoeften kan afdekken met standaardrapportages in de vorm van persoonsgerichte dashboards. Daarnaast zal ongeveer tien procent van de vragen meer incidenteel van aard zijn en redelijk eenvoudig te beantwoorden door data uit twee of drie bronnen te combineren. Naar verwachting betreft slechts 5 procent van de informatiebehoeften complexe analytische vraagstukken die beantwoord kunnen worden door gebruik te maken van artificial intelligence (AI) en machine learning (ML).
Op dit moment focust Forta zich op de standaardrapportages. Wirtz geeft een voorbeeld. “We hebben voor alle behandelaren een dashboard declarabiliteit ontwikkeld. Dit dashboard combineert informatie uit twee bronsystemen en maakt per medewerker, maar ook per team of per bedrijf de productie inzichtelijk.”
Naast standaarddashboards ontwikkelt Forta ook standaardsignaleringen. Een voorbeeld is de signaleringslijst ontbrekende zaken, zodat zorgverleners direct zien welke informatie nog moet worden aangeleverd of ingevoerd om de geleverde zorg te kunnen declareren.
Gebruik elkaars dataproducten
Hoewel het genoemde dashboard en de signaleringen specifiek voor Forta zijn ontwikkeld, zegt Wirtz dat andere GGZ-organisaties het kunnen overnemen. “Ik heb hiervoor bij Rivierduinen gewerkt. Het declaratieproces werkt daar, op wat details na, hetzelfde. Zij kunnen dus zo met ons dashboard aan de slag. Hetzelfde geldt voor de signaleringen: het is relatief gemakkelijk over te nemen.”
Hij zou dan ook graag willen dat veel meer GGZ-organisaties met data aan de slag gaan. Wirtz: “Vanwege de schaarse middelen moeten we als zorgorganisaties meer gaan samenwerken. We moeten voorkomen dat op meerdere plekken hetzelfde wiel wordt uitgevonden. Dat kunnen we ons als sector gewoon niet permitteren.”
Waar FortaServices momenteel hard werkt om de basis op orde te krijgen, zijn sommige bedrijfsonderdelen al behoorlijk ver met complexe analyses. “Binnen Human Concern is iemand al bezig met sentimentanalyse: kun je uit gebruikte woorden in verslagen signalen halen op basis waarvan je de behandeling kunt bijsturen?”
Stip op de horizon
Dat betreft de vijf procent complexe analytische vraagstukken, waar voorlopig de focus van Wirtz nog niet op ligt. “Nee, als FortaServices focussen we ons nu eerst op de 85 procent standaardrapportages. Ik hoop dat we dat eind van dit jaar allemaal goed hebben staan. Daarna kunnen we werken aan een methode om de tien procent meer incidentele vragen snel te kunnen beantwoorden. En pas daarna gaat de focus op de complexe analyses.”
Eind van dit jaar moet het leeuwendeel van de standaarddashboards en signaleringen af zijn. De periode daarna zal er nog veel worden gefinetuned. “Het duurt een tijdje voordat alles zo strak als een snaar staat. Het is echter wel belangrijk om de basis écht goed op orde te hebben voordat we verder gaan. Want dat is het fundament waar je verder op bouwt. Dat fundament mag niet kwetsbaar zijn. Het moet bijvoorbeeld niet zo zijn dat het klamme zweet ons uitbreekt als één van onze dataspecialisten een andere baan vindt en een ander ziek wordt.”
Wanneer is het zo ver dat ook complexe zorginhoudelijke vraagstukken kunnen worden beantwoord met data? Dat voorspellingen kunnen worden gedaan over de succeskans van een behandeling en dat een zorgverlener proactief een signaal krijgt als een traject achterloopt bij de verwachting of als zich iets voordoet wat de succeskans reduceert? “Ik verwacht dat we daar toch wel een jaar of vijf voor nodig hebben hoor”, tempert Wirtz de verwachtingen. “Kijk, in het bedrijfsleven tuigen ze een data science-afdeling op en maken ze vaart. In onze sector ligt dat anders, vooral ook omdat de marges zo smal zijn. Immers, dit vergt investeringen. Daarnaast is de zorginhoudelijke expertise zo belangrijk. Maar we kunnen wél de snelheid verhogen als meer GGZ-organisaties op dezelfde manier gaan werken. Dan kunnen we dashboards, signaleringen en API’s, zoals de AFAS Connector, delen. Wij moeten nu steeds zelf het wiel uitvinden, maar we willen die wielen dolgraag met anderen delen. Op onze beurt kunnen we dan ook profiteren als een ander iets ontwikkelt dat wij kunnen gebruiken. Laten we als sector samen deze verantwoordelijkheid nemen en samen optrekken.”