Het is begin december 2015. Maar liefst 2.500 verpleegkundigen bezoeken de Nursing Experience beurs in Ede, omdat ‘beter worden’ hun vak is. Aethon sprak met ruim 500 van hen en stelde hen vragen rondom werkdruk, werkbeleving en het werken met flexibel inzetbare krachten.
In dit beknopte verslag presenteren wij de antwoorden die het waard zijn om te delen. Niet bedoeld om de diverse en complexe typen werkdruk te duiden of als wetenschappelijke onderbouwing van de psychosociale arbeidsbelasting, maar als blijvende ‘thermometer’ bij het optimaliseren van een goed functionerende en flexibele zorgformatie.
Aethon is zeer nauw betrokken bij de personele ontwikkelingen in de zorgsector en bruist van de ideeën om zorgafdelingen en zorgteams flexibeler te maken. De medewerkers in de zorg en hun cliënten verdienen het dat wij blijvend nadenken over hoe wij de organisatie en de bedrijfsvoering van de zorg elke dag beter maken.
Hollen en stilstaan door veranderende zorgvraag en zorgzwaarte
Op de stelling ‘Ons werk kent sterke pieken en dalen’, antwoordt maar liefst 90 procent van de verpleegkundigen met ‘EENS’. Ook opdrachtgevers vertellen ons dat zorgvraag steeds vaker wordt uitgesteld en dat als de zorgvrager zich dan meldt er in veel gevallen direct meervoudig en complexere zorg (“bredere zorgproductmix”) nodig is. Deze verschuiving van zorg trekt een behoorlijke wissel op de huidige planning en bezetting.
Hetzelfde werk of meer werk, met minder mensen
Nog steeds is het zo dat bijna 60 procent van de verpleegkundigen aangeeft dat hetzelfde werk (of zelfs meer werk) moet worden verricht met minder mensen. Als gevolg van strategische keuzes en besparingen zien we dat veel instellingen werken met een minimale bezetting. Als er dan sprake is van piek- of ziekmomenten dan is er nauwelijks nog reservecapaciteit in eigen huis. Op de vraag of de standaardbezetting te krap is, zien we een wisselender beeld.
Zo’n 48 procent van de verpleegkundigen geeft aan dat dat geldt voor de formatie waar zijzelf onderdeel van zijn. Iets meer dan de helft (52 procent) vindt de normale bezetting bij normale situaties afdoende.
Nog niet op grote schaal gebruik gemaakt van flexkrachten, ondanks tevredenheid
Flexkrachten kunnen, mits goed opgeleid en ingewerkt, een oplossing zijn voor piek- en dalmomenten. Toch geeft de meerderheid (62 procent) van de respondenten aan dat er niet op grote schaal gebruik wordt gemaakt van flexkrachten. De tevredenheid over het werken met flexkrachten is overigens bijzonder hoog: ruim 71% van de verpleegkundigen is tevreden over de kwaliteit van flexkrachten.
Wijziging planningen pas kort van tevoren bekendgemaakt
Nu steeds meer gewerkt wordt met zelfsturende teams zien we ook dat teams hun eigen planning verzorgen. Dat vergt, ook door de implementatie van nieuwe planningssoftware nieuwe competenties van de teamleden. Steeds meer opdrachtgevers geven ons aan dat ze wel heel veel tijd kwijt zijn met het rondkrijgen van de planning en dat dat eigenlijk weer afleidt van het leveren van zorg. Maar liefst 62 procent van de respondenten geeft aan dat wijzigingen in planning pas kort van te voren bekend worden gemaakt en dat schuiven dan steeds ingewikkelder wordt.
Werkdruk te hoog voor het leveren van echt goede zorg
Werkdruk hoeft niet per definitie slecht te zijn. Veel mensen hebben een gezonde werkdruk zelfs nodig om goed te functioneren. Anders is het als de kwaliteit van de geleverde zorg in het geding komt, en zelfs ondermaats wordt. Het afgelopen jaar hebben we daarvan schrijnende voorbeelden gezien die het nieuws haalden. Als men verpleegkundigen vraagt of zij de werkdruk te hoog vinden, voor het leveren van echt goede zorg, dan antwoordt een ruime meerderheid (59 procent) met ‘EENS’. Zij zouden graag meer tijd aan patiënten en cliënten besteden en geven aan dat meer tijd de kwaliteit van de zorg ten goede komt.
Wilt u het volledige rapport lezen klik hier www.aethon.nl/werkdrukverpleegkundigen