Janssen: ‘De beloften zijn groot. Het model is ontwikkeld om de administratieve druk bij behandelaren te verlichten, én om patiënten een helderder zicht op de uitkomst van hun behandeling te bieden. Maar die beloftes maken zichzelf niet waar – dat moeten de GGZ-organisaties doen. En het beste moment om daarmee te beginnen ligt al achter ons. Het één-na-beste moment is nu.’ Daarin staat Janssen niet alleen.
Niet alleen instrumenteel
Veel organisaties en behandelaren zijn nog maar net bekomen van de invoering van de DBC’s in 2013. Die was voor veel GGZ-aanbieders lastig. Janssen: ‘De administratieve kant was in de backoffice vaak niet op orde. En bovendien werden veel behandelaren te laat meegenomen in de veranderingen. Organisaties hebben jaren werk gehad om dat te repareren.’ Dat gold ook voor GGZ Friesland, waar ze toen de hulp van P5COM inriepen. Rieks Swarte is er expert wet- en regelgeving. Hij vertelt: ‘We hebben met die reparatieslagen de rechtmatigheid goed op orde gekregen. Dat is feitelijk het antwoord op de vraag of je zorg mag leveren, en of je die zorg dan ook vergoed krijgt. Dat is ook bevestigd door ons Horizontaal Toezicht-traject. Met onze financiers spreken we nu dezelfde taal over rechtmatigheid. Dat doen we nog niet altijd als het gaat over doelmatigheid en gepast gebruik. Zeg maar: de kwaliteit van de zorg. Daarover willen bij de invoering van het zorgprestatiemodel wél meteen het gesprek voeren.’
Janssen: ‘Je laat kansen liggen als je de implementatie van het zorgprestatiemodel uitsluitend ziet als een instrumentele exercitie. Een heldere, breed gedragen visie op hoe het model helpt om betere zorg te leveren, helpt om de beloften waar te maken. Zo’n visie helpt de GGZ om de beste zorg tegen de beste prijs leveren. Die visie moeten organisaties mét hun medewerkers ontwikkelen.’
Uitgebreide checklists
De verleiding om eerst te zorgen dat de achterkant op orde komt, kan groot zijn. En GGZ-instellingen kunnen daar ook vrij snel mee aan de slag. Janssen: ‘Er ligt al een uitgebreid, gedetailleerd en vertrouwenwekkend pakket aan ondersteuningsdocumenten en checklists. En voor alle duidelijkheid: natuurlijk moet die administratieve kant óók op orde. Alleen al de nieuwe tarifering maakt dat het voor de backoffice geen supersimpele overstap wordt. Zo zijn voor de manier van declareren en facturen al verschillende uitwerkingsrichtingen.’
In 2017 hielp P5COM Novadic-Kentron om de DBC-facturatie en validatie op orde te krijgen. Michael Bijl is daar teamleider zorgadministratie en verwacht dat de uitdaging nu vooral gaat zitten in het koppelen van backoffice en behandeling. ‘Wij hebben declaratie en facturatie in DBC-stijl heel netjes onder controle. We verwachten ook dat de keuzes die we nu maken voor het zorgprestatiemodel best werk opleveren, maar ook dat ze niet alles op de kop zetten. Tegelijk weten we dat het veel impact gaat hebben op de behandelorganisatie. De dagelijkse processen van plannen, registreren en valideren zullen wel aangepast moeten worden.’
Janssen: ‘Het is zaak om de behandelorganisatie daar meteen in mee te nemen, en over impact en inrichting mee te laten denken. Dat kan op verschillende niveaus. Van het samen met behandelaren bedenken hoe dit model hun werk beter kan maken, tot het bieden van heldere instructies en documentatie voor iedereen die straks op een andere manier zijn handelingen moet vastleggen.’ Daarbij komt er per 1-1-2022 nóg een aanpassing in de ggz: het nieuwe kwaliteitsstatuut gaat dan in. En elke instelling moet dan de keuzes rondom het doelgroepenbeleid en regiebehandelaarschap vastgelegd en ingeregeld hebben.
Hogere lat
Punt is wel dat veel behandelaren niet zitten te wachten op wéér een verandering. Al is het maar omdat ze de afgelopen jaren al meer dan genoeg voor hun kiezen hebben gekregen – van de impact van corona, tot de invoering van de Wvggz. Het helpt om ze mee te nemen in de kansen die het nieuwe model biedt om behandelprocessen te verbeteren. Janssen: ‘In ieder behandelproces komt met het zorgprestatiemodel een aantal nieuwe stappen. Het algoritme dat een voorstel doet voor de zorgtyperingen, en het gebruik van de Honos+ zijn de belangrijkste. Het model biedt daarmee nieuwe kansen voor bijvoorbeeld shared decision making, en het structureel vergelijken van de outcome van behandelingen. Het kan zomaar eenvoudiger worden om écht methodisch te gaan behandelen. Dat willen veel organisaties. En dit is hét moment om de lat hoger te leggen en er serieus werk van te maken.’
Meer weten?
Wilt u van gedachten wisselen over kansen die het zorgprestatiemodel biedt? Of bent u benieuwd hoe P5COM uw organisatie kan helpen om die kansen te grijpen? Neem dan gerust contact op met project director Rob Janssen via R.Janssen@p5com.eu of 06 83 59 34 27.