Beeld: kyoshino/Getty Images/iStock
De grotere ggz-aanbieders, met meer dan tien zorgverleners, hebben bij elkaar 84.187 mensen op de wachtlijst staan. 54.948 mensen wachten op een aanmeldgesprek. 29.239 mensen hebben een aanmeldgesprek gehad en wachten op hun behandeling. De cijfers zijn niet gecorrigeerd voor dubbelingen.
90 procent
Ggz-aanbieders met meer dan tien zorgverleners moeten sinds januari 2021 elke maand hun unieke aantal wachtenden doorgeven aan de Nederlandse Zorgautoriteit. Het gaat om het actueel wachtenden en het retrospectief aantal wachtenden, dat dus al in behandeling is gekomen. Het is de tweede rapportage van het aantal wachtenden.
Deze aanbieders verzorgen samen 90 procent van de geleverde geestelijke gezondheidszorg. Hoeveel wachtenden er in totaal zijn, is niet bekend. Er is een onbekend aantal dubbelingen in deze gerapporteerde wachtenden, en er is geen zicht op het aantal wachtenden van de andere 10 procent van de ggz.
Treeknorm-overschrijding
De cijfers laten wel zien hoeveel mensen langer moeten wachten dan de Treeknorm, de wachttijdnorm die het veld zelf heeft gesteld. 55 procent van de mensen moet langer wachten op een intake dan de Treeknorm. Bij 30 procent van de ggz-patiënten start de behandeling later dan de Treeknorm.
Ook biedt de rapportage inzicht in het aantal wachtenden en Treeknormoverschrijdingen per diagnosegroep en per regio. Wat daarin vooral opvalt, is de enorm hoge instroom en start behandeling van ggz-patiënten in de regio Utrecht. Deze is ruim twee keer zo hoog dan in bijna alle andere regio’s. Hier wordt in de rapportage geen verklaring voor gegeven.
Verschil intake en behandeling
Het aantal mensen dat wacht op een intake is bijna twee keer zoveel als het aantal mensen dat een behandeling krijgt. Die halvering kan wijzen op de vermeende dubbelingen. Sommige mensen wachten bij twee of meer ggz-aanbieders op een intake, en melden zich na die intake nog maar bij één aanbieder. Het kan ook zijn dat bij de intake blijkt dat er geen behandeling nodig is. Dat zou betekenen dat het aantal reële wachtenden maar de helft is van deze gerapporteerde wachtenden.
Zorgmijden
Maar dat is niet het hele verhaal, verzekert de persvoorlichter van VWS. Het kan ook zijn dat iemand na een intake gaat zorgmijden, om welke reden dan ook, en niet komt opdagen voor een behandeling terwijl deze wel nodig is.
Doorsturen
Een derde verklaring voor het verschil komt van de NZa-woordvoerder: de wachtende wordt na de intake doorgestuurd naar een andere ggz-aanbieder omdat de eerste instelling niet de juiste zorg kan geven, waarna de wachtende opnieuw op de wachtlijst belandt.
Vervolgonderzoek
Omdat deze cijfers eigenlijk nog geen reëel beeld geven van het aantal wachtenden heeft de NZa in juli 2021 de opdracht gekregen om ook de dubbelingen en voorkeurswachtenden in beeld te krijgen. Die vlieger gaat nu echter niet op. De NZa concludeert namelijk dat het onhaalbaar is om het aantal voorkeurswachtenden te bepalen, omdat de wachtenden dan een voor een gebeld zouden moeten worden.
Wel gaat de NZa een onderzoeksopzet maken voor een kwantitatief onderzoek naar het aantal dubbelingen, en een kwalitatief onderzoek naar de voorkeurswachtenden. Zo komt er meer zicht op de opbouw van deze wachttijdcijfers en de behoefte en motieven van de wachtenden.
Toekomstagenda ggz
In haar brief naar de Tweede Kamer schrijft de nieuwe ggz-minister Conny Helder dat ze positief is over de aanpak en inspanningen die de stuurgroep wachttijden heeft gedaan. “Er is echter een bredere transitie nodig.” Vooral doordat de vraag blijft groeien en het personeelstekort steeds groter wordt. Ze kondigt in dezelfde brief aan dat ze deze zomer met een toekomstagenda ggz komt.