Met ketens doelt ABN AMRO specifiek op organisaties in de mondzorg met enkele praktijken in bezit waarvan de eigenaar geen tandheelkundige achtergrond heeft. Deze partijen, waaronder private-equity-investeerders, bouwen hun positie gestaag uit door meer tandartspraktijken over te nemen. Voor de aantrekkelijke overnamekandidaten kijken investeerders naar het soort praktijk, de potentie en de geografische ligging.
Vooral middelgrote praktijken in en rond de grote steden zijn interessant voor de ketens. Hier is het makkelijker voor de ketens om personeel te werven, legt Thera Evers, sectorspecialist Medische Beroepen bij ABN AMRO, uit. Jonge tandartsen blijven namelijk het liefst wonen en werken rond de stad waar ze afstudeerden. “Daardoor zie je dat investeerders in Zeeland wat terughoudender zijn. Ook Limburg en bepaalde delen van Noordoost-Nederland zijn lastiger voor ze. Personeel is gewoon heel erg belangrijk.”
Synergievoordelen
Uiteindelijk integreren die private-equitypartijen de afzonderlijke praktijken om ze als een grotere organisatie tegen een verhoudingsgewijs hogere prijs door te verkopen. “De praktijken zijn als totaalpakket meer waard dan de afzonderlijke praktijken”, merkt ABN AMRO op. Toch is het samenbrengen van die praktijken nog niet zo makkelijk. Volgens de bank vergt het de nodige inspanningen om de praktijken te integreren en op peil te houden. “Daarbij zijn de synergievoordelen soms lager dan verwacht en kostenbesparingen vallen tegen.”
Grotere mondzorgcentra
Doordat steeds meer praktijken verschillende tandheelkundige disciplines aanbieden onder één dak, ontstaan ook grotere mondzorgcentra. Deelbehandelingen worden uitgevoerd door specialisten en sommige behandelingen worden gedelegeerd naar een mondhygiënist of preventie-assistente. De tandarts behoudt hierbij de regie.
Capaciteitstekort neemt toe
ABN AMRO merkt verder op dat het capaciteitstekort in de mondzorg groter wordt. Het aantal pensioengerechtigde tandartsen is groter dan de instroom van nieuw afgestudeerde tandartsen. Per jaar betreden 210 nieuwe tandartsen de arbeidsmarkt, tegelijkertijd gaan ongeveer 300 tandartsen met pensioen. Vooral in krimpgebieden neemt het aantal tandartsen af.
Belastingsregeling
Om het tekort op te vangen, stromen tandartsen met een buitenlands diploma in. In 2020 hebben 136 tandartsen met een buitenlands diploma zich geregistreerd in het BIG-register. In 2019 was dit aantal nog 74. Om zich te registreren moeten zij wel een taaltoets afleggen. De beschikbaarheid van deze tandartsen is volgens ABN AMRO onzeker door een wijziging in de 30-procentregeling. Deze belastingregeling maakt het mogelijk voor werknemers uit het buitenland om, onder voorwaarden, over maximaal 30 procent van hun loon geen belasting te betalen. Sinds 2019 geldt deze regeling nog maar voor vijf jaar in plaats van zeven jaar. De vraag is wat tandartsen uit het buitenland doen wanneer ze niet meer gebruik kunnen maken van de regeling.
Jonge tandartsen
Volgens Evers kiezen steeds meer jonge tandartsen ervoor om niet een bestaande praktijk over te nemen, maar er zelf een op te richten. “Het werd af en toe al wel gedaan, maar nu zien we een stijging.” Dit komt onder meer doordat bestaande praktijken soms niet voldoen aan de eisen van jonge tandartsen. Vaak wordt een nieuwe praktijk samen met een andere tandarts gestart. “Vroeger werkte een tandarts vaak alleen met een of twee assistenten. Maar tegenwoordig vinden tandartsen het leuk om zich te specialiseren en dan heb je een groter team nodig. Jonge mensen vinden ook de balans tussen werk en privé belangrijk en ze vinden het belangrijk om van elkaar leren. Als je dan samen onderneemt is dat makkelijker.”