Foto: only_kim / stock.adobe.com
De ACM stelt: “Als verpleeghuiszorginstellingen transparant zijn over hun samenwerking, de patiënten(organisaties) erbij zijn betrokken en de doelen duidelijk omschreven zijn, dan zal de samenwerking doorgaans in het belang zijn van de cliënt en passen binnen de regels waarop de ACM toeziet.”
Oplossing voor uitdagingen
Volgens de ACM kunnen fusies door schaalvoordelen bijdragen aan oplossingen voor de uitdagingen waar de sector voor staat, zoals de toenemende vraag naar verpleeghuiszorg, de wachtlijsten, het personeelstekort en de vergrijzing. Op dit moment staan er ruim 21.000 mensen in Nederland op de wachtlijst voor 24-uurszorg, blijkt uit cijfers van ActiZ.
Alleen voor een kwetsbare groep ouderen brengt verdere concentratie risico’s met zich mee voor de kwaliteit en innovatie doordat de keuze tussen verschillende aanbieders kleiner wordt.
Cliënten kiezen voor sfeer
De ACM heeft een nieuwe visie geschreven naar aanleiding van een onderzoek over de vraag of in regio’s met weinig aanbod van verpleeghuiszorg sprake is van een lagere kwaliteit, slechtere toegankelijkheid en een hogere prijs van dit aanbod. De conclusie van het onderzoek is dat dit niet zo is, maar dat komt vooral door de meetmethode van de ACM. De gebruikte kwaliteitsinformatie gaat vooral over waar de zorg volgens het kwaliteitskader aan moet voldoen. Maar wanneer ouderen kiezen voor een bepaald verpleeghuis, geven hele andere zaken de doorslag. Denk bijvoorbeeld aan de sfeer, bejegening en culturele identiteit en de aandacht voor levensvragen.
Weinig moeite
De ACM heeft de resultaten van het onderzoek voorgelegd aan zorgaanbieders in de vvt en ze toen ook gewezen op de voordelen van samenwerking. Sommige zorgaanbieders geven aan dat door de grote vraag naar verpleeghuiszorg ze weinig moeite hoeven doen om cliënten aan te trekken. Daarom verwachten ze ook geen effect van concentratie op de kwaliteit.
Oog op de toekomst
Dat wil overigens niet zeggen dat de ACM vindt dat zij fusies in de verpleeghuiszorgsector niet meer inhoudelijk moet blijven toetsen. Dat is vooral met het oog op de toekomst. In de visie staat: “Want waar een aanbieder nu een kwalitatief goed en divers aanbod levert, hoeft dat niet zo te blijven. (…) Vroeger of later kan een aanbieder bijvoorbeeld besluiten bepaalde locaties op te heffen of groepen samen te voegen, het aanbod meer te uniformeren en te standaardiseren, of de diversiteit van het aanbod anderszins te verminderen ten nadele van cliënten.”
Beperking van de keuzemogelijkheden leidt er volgens de ACM nog steeds toe dat een aanbieder van verpleeghuiszorg minder rekening hoeft te houden met de wensen van de huidige en toekomstige cliënten. Zij hebben dan geen echte mogelijkheid meer om voor een ander verpleeghuis te kiezen. ‘Een concentratie is immers in principe onomkeerbaar.’
Alleen verbod op een aanbieder
Een concentratie tussen aanbieders van verpleeghuiszorg die leidt tot een reductie van vier naar drie keuzemogelijkheden staat de ACM toe. Alleen een concentratie die het aantal keuzemogelijkheden voor cliënten terugbrengt van twee naar een zal de ACM verbieden, tenzij ze een succesvol beroep doen op een ‘reddingsfusieverweer’. Dan mag het wel van de ACM.
Verzet tegen wegvallen omzetdrempels
Eerder bleek dat de ACM zich sterk heeft verzet tegen het vervallen van de omzetdrempels voor de zorgsector op 1 januari 2023. Dat betekent dat kleinere aanbieders van verpleeghuiszorg hun fusie- en overnameplannen niet langer bij de ACM hoeven te melden, maar ook dat grote ketens van zorgaanbieders die achtereenvolgens meerdere kleinere aanbieders overnemen dit niet hoeven te melden. De ACM waarschuwde al eerder voor een toenemende activiteit van private equity in de verpleeghuiszorg voor wie een dergelijke strategie van ‘kralen rijgen’ commercieel aantrekkelijk is.
Alleen bij hoge omzetten, minstens twee van de aanbieders hebben jaarlijks een omzet van meer dan 30 miljoen euro elk en gezamenlijk meer dan 150 miljoen, moeten aanbieders van verpleeghuiszorg hun plannen aan de ACM voorleggen.
Monitor
De minister heeft aangekondigd de komende jaren met een monitor te meten wat de effecten van het wegvallen van de verlaagde omzetdrempels zullen zijn en hierbij in het bijzonder aandacht te besteden aan overnames door private equity. De minister heeft ook aangegeven dat herinvoering van verlaagde omzetdrempels in de zorg een optie is. De monitor wordt geregeld door de Nederlandse Zorgautoriteit.