Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), ActiZ en GGZ Nederland zijn het niet eens met het nieuwe inkoopkader Wlz 2021-2023 dat vandaag is aangeboden aan zorgaanbieders. Onlangs deelden de brancheverenigingen hun zorgen in een gemeenschappelijke brief aan Zorgverzekeraars Nederland (ZN). De standpunten samengevat: er is geen samenwerking en dialoog geweest, en het nieuwe, “botte” prijsinstrument zet iedereen op financiële achterstand doordat het teruggrijpt op bezuinigingen via lagere tarieven.
Vooruitblikken
Caro Verlaan (CZ) en Marti Paardekooper (Zilveren Kruis) zijn beiden nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het nieuwe inkoopkader Wlz vanuit hun rol bij de zorgkantoren. Tegen Skipr spreken ze namens ZN. Volgens Verlaan zijn er diverse keren gesprekken gevoerd over de inhoud van het inkoopkader, ook met de brancheverenigingen. “Eind vorig jaar begonnen we met vooruitblikken op dit jaar en op de komende jaren. Met welke uitdagingen krijgen we te maken? Vanaf afgelopen januari hebben we hier ook de brancheverenigingen bij betrokken, om gezamenlijk het gesprek te voeren over de uitdagingen die we voor ons zien en over de inhoud van het kader. Daarnaast is hier ook overleg over gevoerd met zorgaanbieders.”
Financiële ondersteuning
Het kader is uiteindelijk tot stand gekomen met het oog op de verschillende uitdagingen waar de Wlz voor staat, licht Verlaan toe: het toenemende aantal cliënten dat gebruikmaakt van langdurige zorg, en tegelijkertijd de zorgvraag die steeds zwaarder wordt. “Daarnaast hebben we te maken met een personeelstekort en een flinke afname van mantelzorgers. Met het inkoopkader Wlz 2021-2023 hebben we geprobeerd om zorgaanbieders die in staat zijn om samen met ons deze uitdagingen op te pakken, financieel te ondersteunen.”
‘Overgangsjaar biedt aanbieders ruimte’
Op basis van de gesprekken met de brancheverenigingen zijn twee specifieke punten aangepast, voegt Paardekooper daaraan toe. “Ten eerste hebben we een overgangsjaar geïntroduceerd om zorgaanbieders te ontlasten.” Ze benadrukt daarbij dat de plannen pas ingediend hoeven te worden wanneer de zorg weer genormaliseerd is. “We zitten nu midden in de coronacrisis, en daarom bieden we zorgaanbieders wat extra ruimte. Het inkoopkader geldt voor drie jaar, maar van 2021 maken we een overgangsjaar. De aanbieder krijgt zo de tijd om de plannen op te stellen”. Het tweede punt is de wens van de brancheverenigingen om nogmaals samen in gesprek te gaan. “Dat hebben we toegezegd en daarom willen we voor 2022 en 2023 gezamenlijk de verdere invulling aan het inkoopkader geven, waarin we de input van alle betrokkenpartijen meenemen.”
Nieuwe verdeling landelijk budget
In de brief brengen de brancheorganisaties ook een meer principieel standpunt naar voren: de ruimte voor passende tarieven in het nieuwe inkoopkader is kleiner geworden, wat bijvoorbeeld bij de gehandicaptensector een bezuiniging van 27 miljoen betekent. Maar van bezuinigingen in de Wlz is volgens Paardekooper geen sprake: in 2020 is het budget voor de Wlz met 1 miljard gestegen naar bijna 24 miljard. “De manier waarop de NZa het landelijke budget verdeelt over de zorgkantoren verandert in 2021: niet meer de historische gegevens maar het aantal Wlz-gebruikers per regio bepaalt de tarieven voor zorgkantoren. Als gevolg hiervan zullen enkele zorgkantoren die een bovengemiddeld tariefpercentage hanteren, dit naar beneden moeten bijstellen.”
Basistarief met 2 procent opslag
Dat het vervelend is voor aanbieders die door deze verandering met een daling te maken hebben, erkent ook Paardekooper. “Maar landelijk gezien is deze manier wel eerlijker. Vergeet niet dat wij vanuit de Wlz geen reserves hebben. We krijgen ieder jaar een pot geld van VWS, en het geld dat we krijgen maken we dus ook op. Het budget is gegroeid van 23 naar 24 miljard, want we hebben meer klanten: de groep ouderen groeit. We hebben juist geprobeerd rust in te bouwen door een basistarief te hanteren van 94 procent, waarbij we via een opslag van 2 procent naar 96 toe bewegen. De overige 4 procent is onder meer beschikbaar voor het oplossen van knelpunten in de zorg. De voorwaarden zijn zo opgesteld dat alle zorgaanbieders voor de opslag in aanmerking kunnen komen. Maar daar vragen we wel een inspanning voor.”
‘Huidig beleid voortzetten is contraproductief’
Op de vraag waarom ZN juist nu, in tijden van de crisis, met een nieuw model komt, en waarom het huidige beleid, zoals de brancheorganisaties hebben voorgesteld, niet een jaar voortgezet kan worden, geeft Verlaan bondig antwoord. “Ten eerste is dat juridisch gezien niet mogelijk. Daarnaast zijn de uitdagingen waar we voor staan nu zo groot dat we het ons niet kunnen permitteren om langer te wachten. Er gaan zoveel mensen gebruikmaken van de Wlz dat nog anderhalf jaar wachten echt contraproductief is. We kunnen niet zo lang wachten met ons beleid aan te laten sluiten bij de uitdagingen die we voor ons zien. Met het overgangsjaar hebben we hier een middenweg in gevonden. We moeten vooruitkijken, want er komt een periode dat corona niet meer top of mind is. We willen daarom tijdig in dialoog gaan met VWS, branche- en cliëntenorganisaties over wat dat precies gaat betekenen.”
Samen buigen over vraagstukken
Verlaan benadrukt ten slotte nogmaals dat het kader zodanig is opgesteld dat het tegemoet komt aan de enorme uitdagingen waar alle Wlz-gebruikers mee te maken krijgen. “En dat het geld dat we hebben juist wordt besteed: aan de groeiende groep zorgvragers.” Over dit vraagstuk, hoe gaan we morgen kwalitatief goede zorg verlenen aan deze groeiende groep, buigt ZN zich de komende tijd samen met zorgaanbieders. Paardekooper: “We zien daar een enorme opgave, maar gelukkig zien we ook dat veel aanbieders hier echt over nadenken. We hopen dat we uiteindelijk iedereen, ook zorgaanbieders die hier nog minder actief mee bezig zijn, meekrijgen in het nadenken over dit complexe vraagstuk.”
Arne van Oranje
Bij het vaststellen van het budget in de GGZ gaan de zorgverzekeraars vaak 15 tot 20% onder het bedrag zitten wat jij als zorgaanbieder offreert aan de hand van jouw behandelcapaciteit. Daarnaast mogen ze van de NZa ook nog “spelen” met het percentage wat ze uitkeren per behandeling wat vaak niet hoger uitkomt dan 90% en begint bij 75% van het 100% NZa tarief vastgesteld door de overheid. En dit is al jaren zo.
Dus die krokodillentranen van de Zorgverzekeraars Nederland zijn voor de bühne. Ze bezuinigen al jaren en zullen dat bij wlz zorg ook zeker doen omdat het zorg is die lang duurt en dus veel kost.