In de zorg gaat bijna 100 miljard euro aan collectieve middelen om. Wie beslist over de besteding van deze gelden? Kijken we naar het formele criterium ‘macht’, dan hebben de minister, staatssecretaris en ambtelijke top van VWS het logischerwijs voor het zeggen. Maar wie oefenen er op de achtergrond invloed uit op het beleid in de gezondheidszorg? Welke personen hebben status en invloed en daarmee informele zeggenschap?
De Skipr99 is een ranglijst van deze invloedrijke veldspelers. In de Skipr99 dus geen ministers. Wel meegewogen zijn Tweede Kamerleden en senatoren, maar dan op grond van hun rol als toezichthouder in de zorg.
Om het vermogen om invloed uit te oefenen te meten, heeft Skipr een scoringsinstrument ontwikkeld. Hiermee zijn ruim tweehonderd invloedrijke personen gescoord. Daarbij is gekeken naar de aard en zwaarte van de functie en de omvang en reikwijdte van het netwerk. De formule wordt bewaakt door een panel van drie deskundigen.
Skipr99 panel
In het panel van de Skipr99 zitten:
- Cathy van Beek, oud-bestuurder Radboudumc, kwartiermaker sustainable healthcare VWS, voorzitter AkwaGGz
- Simon Broersma, uitgever zorgmanagement BSL en hoofdredacteur Skipr
- Klaus Schmitt, Klaus Schmitt en Partners, Utrecht
Wie oefenen er op de achtergrond invloed uit op beleidsmakers en -uitvoerders? De scoringssystematiek uitgelegd.
I. Invloed en macht; een afbakening
Bij het bepalen van de relatieve macht en invloed van bestuurders en toezichthouders in de zorg steekt onherroepelijk een wetenschappelijke definitiekwestie rond de begrippen “macht” en “invloed” de kop op.
Zonder de pretentie te hebben ons in deze discussie te mengen, hanteren we bij onze rangschikking de volgende definities:
Macht = de formele bevoegdheid om beleid te maken en uit te voeren
Invloed = het vermogen om invloed uit te oefenen op beleidsmakers en -uitvoerders
Aan de hand van deze definities valt voor het zorgveld een grove tweedeling te maken, enerzijds de ‘machthebbers’, te weten: bewindslieden, ambtenaren en uitvoerende instanties die nauw aan VWS gelieerd zijn (zoals de NZa en de Inspectie voor de Gezondheidszorg), anderzijds de partijen die invloed op de ‘machthebbers’ proberen uit te oefenen, te weten raden van bestuur, raden van toezicht, brancheverenigingen en verzekeraars.
Let wel: het voor de Skipr99 gehanteerde onderscheid tussen ‘macht’ en ‘invloed’ heeft uitsluitend betrekking op de landelijke arena. Het spreekt voor zich dat bestuurders en toezichthouders binnen de eigen organisatie een formeel mandaat hebben om beslissingen te nemen en daarmee ook ‘macht’ uitoefenen.
Samengevat: Met de ranglijst wil Skipr inzicht geven in de mate waarin veldspelers invloed kunnen uitoefenen op beleidsmakers en -uitvoerders. Daardoor ontstaat tevens een indruk van het relatieve gewicht van en samenspel tussen de belangrijkste spelers.
II. Uitvoering
Om het vermogen om invloed uit te oefenen te meten, is een scoringsinstrument ontwikkeld. Bij de ontwikkeling zijn we uitgegaan van de veronderstelling dat de mate van invloed door twee factoren bepaald wordt, namelijk de aard en zwaarte van de primaire functie (in ons geval gedefinieerd als zorggerelateerd) en de omvang en reikwijdte van het netwerk.
Dus: bestuurszwaarte + netwerkzwaarte= totaalscore
In de bepaling van de bestuurszwaarte zijn de volgende factoren verdisconteerd:
- de aard van de functie (bestuurder of toezichthouder EN voorzitter of lid)
- de omvang van de instelling (op basis van jaaromzet)
In de bepaling van de netwerkzwaarte zijn de volgende factoren verdisconteerd:
- de omvang van het netwerk (=het aantal (neven)functies)
- de spreiding van het netwerk (waarbij de aanname is dat een hogere vertakkingsgraad meer gelegenheid tot het uitoefenen van invloed betekent)
Methodologisch gezien haakt onze benadering aan bij zowel de kwantitatieve aanpak zoals netwerk-researcher Jos van Hezewijk die bij de samenstelling van zijn Atlas van de Macht heeft gehanteerd als de ringen-methode zoals UvA-onderzoeker Wouter de Nooy die bij de jaarlijkse Volkskrant Top 200 gebruikt.
Na evaluatie van de eerste Skipr 99 in 2009 door het Skipr-panel is de methodiek licht aangepast. Wogen in de eerste editie sectoroverschrijdende netwerken zwaar mee in de score, in de nieuwe editie is vooral gekeken naar de reikwijdte van het netwerk BINNEN de sector.
Voor een nadere toelichting van de mathematische uitwerking van het model, verwijzen we graag naar de PDF ‘Werking scoringsmodel’.
III. Betekenis
Rest de vraag naar het waarom van de Skipr 99. Allereerst is de zorg een veelbesproken sector waar 90 miljard aan collectieve gelden in omgaat. De ranglijst kan helpen antwoord te geven op de vraag hoe beslissingen rond de besteding van deze middelen tot stand komen. In de tweede plaats maakt de zorg de omslag van een gereguleerd naar een meer marktgericht stelsel. Een terugtredende overheid betekent meer ruimte voor decentrale besluitvormingsprocessen. De ranglijst kan helpen inzicht te verwerven in deze besluitvormingsprocessen. Als formeel uitvloeisel van de stelselwijziging kent de zorg sinds enkele jaren een op het bedrijfsleven geënt governance-model. Aan de hand van de Skipr 99 kunnen de effecten van dit governance-model bekeken worden. Doen met het governance-model nieuwe spelers hun intrede, verandert het bestuurlijke samenspel?