Ziekenhuisportalen zijn al bijna 15 jaar de toekomst. In 2005, toen onze patiënten in het Flevoziekenhuis als eerste in Europa rechtstreeks via ons portaal afspraken konden maken en veranderen was dat een doorbraak.
Binnen enkele maanden maakte 30 procent van onze KNO-patiënten afspraken via MijnFlevoziekenhuis (toen nog @pointment geheten). Wij als KNO-artsen zagen meteen de mogelijkheden. We stuurden met de afspraak meteen informatie en vragenlijsten. Die konden ze thuis alvast invullen en goed voorbereid op de eerste afspraak komen. Het consult begon dus al thuis. Tot de zwarte dag dat we (in onze ogen onterecht) de BigBrother award voor privacy kregen en we door de negatieve publiciteit DigiD voor het portaal moesten zetten. Het gebruik kelderde meteen want een afspraak via de telefoon maken was dan stuk makkelijker. En naast de vragenlijsten zat er nog weinig andere functionaliteit in het portaal.
Het mooie begin is goed te verklaren. Ons portaal was namelijk opgezet uit een concrete behoefte van patiënt en ziekenhuis. Patiënten moesten lang wachten aan de telefoon voor een afspraak maken en wijzigen. Omdat wij als ziekenhuis patient gerichtheid als speerpunt hadden wilden we de telefonische wachttijd graag verkorten. En voor zowel patiënt als dokter is voorbereid zijn voor het bezoek fijn. Het portaal is destijds dus ontstaan vanuit concrete behoeften uit de praktijk.
De concrete behoefte
Heden ten dage zijn ziekenhuisportalen functioneel veel uitgebreider. Er staan brieven en uitslagen in en je kan soms zelfs de röntgenfoto zien. Maar ondanks de grote inspanningen worden portalen nog steeds door een forse minderheid gebruikt. De reden wordt vaak gelegd bij onvoldoende promotie en inloggen (alhoewel DigiD nu wel geaccepteerd is). Want in een portaal staan je persoonlijke data. En patiënten willen toch hun data zien? Dat noem ik een “vrede op aarde” vraag: een vraag waarop altijd positief geantwoord wordt. Maar als je vanuit de werkvloer kijkt ligt dat veel genuanceerder.
In de spreekkamer heb je het nauwelijks over data en vragen patiënten niet naar data. En per jaar kan ik mijn patiënten die zijn dossier opvraagt op twee handen tellen. Hetgene wat patiënten in de praktijk aangeven als behoefte is relevante informatie. Wat is er aan de hand en wat er gaat gebeuren? En wat zijn mijn keuzes? We hebben we het dus heel even over data en de rest van het consult gaat over context en wat het voor patiënt betekent. Data zonder context heeft maar beperkte waarde. Een dataportaal zonder context dus ook. Dus de concrete behoefte blijft. Want in het consult wordt wel veel verteld, maar beperkt onthouden. Daarom gaan patiënten ook massaal naar Dr. Google.
De cirkel is rond
In het Flevoziekenhuis zijn we weer naar de basis gegaan. De behoefte van patiënten. We hebben de laatste drie jaar fors ingezet om de vraag om relevante informatie van patiënten te vervullen met herhaalbare, deelbare, (digitale) informatie. Uitsluitend openbare informatie, maar op maat gegeven. Bijvoorbeeld informatie omtrent de ziekte en behandelingen, onderzoeken, vragenlijsten, uitlegvideo’s of met oefeningen, keuzehulpen en natuurlijk de bestaande folders en website. De dokter of assistente kiest per patiënt die informatie uit die op dat moment relevant is. Via een papieren folder of nog liever digitaal via Inforium in de mailbox van patiënt. Inforium is namelijk gekoppeld aan betrouwbare geaccrediteerde gezondheidsinformatie zodat de dokter exponentieel meer informatie om uit te kiezen heeft dan de standaard folders. En het is gebruiksvriendelijk en privacy-proof. Het effect is indrukwekkend. De totale informatievoorziening steeg tussen 2016-2018 met 70 procent, maar digitaal zelfs 330 procent met een patiëntacceptatie van boven de 90 procent. Concreet werd al in 2018 door zorgverleners in het Flevoziekenhuis 73.465 keer een Inforium uitgekozen voor patiënten. Met prachtige resultaten op tevredenheid, efficiency, therapietrouw en papierverbruik. En vooral een enorme verbreding en diversiteit van informatie.
En vanaf deze maand is de cirkel rond. MijnFlevoziekenhuis en Inforium zijn geïntegreerd. Context en data worden nu gezamenlijk in het VIPP-portaal aan patiënt getoond. Dat betekent voor patiënt dat de uitslag er staat, maar ook informatie daarover; wat het betekent en wat te doen. In het portaal zitten ook alle tienduizenden andere Inforiums die ze van het Flevoziekenhuis ontvangen hebben van alle afdelingen. Daarmee past het portaal bij de behoefte die ze in de spreekkamer en thuis hebben. Concrete informatie wat er aan de hand is en de uitslagen die erbij horen. Daarmee hopen wij dat MijnFlevoziekenhuis dermate veel inhoud heeft dat het intensief door patiënten gebruikt gaat worden. En Inforium had al een PGO koppeling, dus wanneer MedMij de data in de PGO’s gaat brengen staat daar dezelfde data met context.
Hoe verder?
En wij dokters? Wij hebben nu ook een nieuwe mogelijkheid gekregen. Als mensen het portaal daadwerkelijk gaan gebruiken, kunnen we het zorgproces stroomlijnen en de communicatie verbeteren. Met beter geïnformeerde patiënten krijgen we een meer tevreden en meer therapietrouwe patiënt. Om deze toekomst te bereiken moeten we wel veranderen. Communicatie met de patiënt is niet langer alleen het consult of een telefoontje. Het is een zorgproces met verschillende stappen, deels online. Maar in plaats van dat het VIPP-portaal door dokters vaak als bedreiging gezien wordt, kan het nu een tool worden om de patiëntenzorg te verbeteren.
Een zorgverbeterend portaal met patiëntgecentreerde data en context: Het duurde even, maar dan heb je ook wat.