De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) moet bij toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen frequenter en diepgaander contact met instellingen houden. Dat heeft staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten verklaard in antwoord op vragen van Kamerleden Wolbert en Bouwmeester.
Externe toets
Als de vrijheidsbeperkingen van grote invloed zijn op het dagelijkse leven van een cliënt, moet er volgens de staatssecretaris ook een externe toets plaatsvinden,zo meldt het tijdschrift voor gehandicaptenzorg Klik http://www.klik.org/nieuws/inspectie-moet-bij-vrijheidsbeperking-instelling-beter-volgen.html
. De PvdA-kamerleden zijn kritisch over het feit dat in het geval van Brandon de inspectie zich twee jaar lang niet op de hoogte heeft gesteld van zijn levensomstandigheden.
Lijstje
Aanleiding van de Kamervragen was een interview met bestuurder Rieneke de Wit van het Centrum voor Consultatie en Expertise (Cce). Daarin kwam naar voren dat de ongeveer 40 zorginstellingen waar cliënten afgezonderd leven of gefixeerd worden, pas na de commotie over Brandon en door tussenkomst van het Cce bovenaan het bezoeklijstje van de inspectie zijn geplaatst.
Gerichte aandacht
“In het werkplan van de IGZ was reeds voorzien in toezicht op het toepassen en terugdringen van vrijheidsbeperkingen”, stelt de staatssecretaris een in een reactie. “Naar aanleiding van de casuïstiek rond Brandon is dit zodanig ingevuld dat de inspectie daarbij gericht aandacht gaat besteden aan de cliënten (in instellingen binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg) die zich in vergelijkbare omstandigheden bevinden als Brandon.”