De inzet van digitale keuzehulpen bevordert het samen beslissen over behandelingen door behandelaar en patiënt. Dat leren de ervaringen tot dusver volgens hoogleraar evidence-based medicine en shared decision-making in Amsterdam Dirk Ubbink.
Ubbink is eerste onderzoeker voor het project Zorgverleners en patienten leren delen. Daarin werden e-learning modules ontwikkeld waarmee patiënten en zorgverleners in drie umc’s zich konden voorbereiden op de beslissing om wel of niet over te gaan tot een behandeling.
Op de hoogte
“We weten nu dat mensen tevredener zijn geworden door beter geïnformeerd te zijn”, stelt de hoogleraar. “Patiënten zijn beter op hoogte van de kansen en risico’s van hun aandoening en de behandelopties, waardoor ze ook minder met vragen en zorgen rondlopen.”
Volgens de hoogleraar was en is de mate van het betrekken van patiënten bij de besluitvorming over behandelingen nog vrij gering. Daarin valt een hoop te verbeteren. Informatie krijgen via e-learning over de aandoening en de behandelopties laat patiënten beter beslagen ten ijs komen in het gesprek over de te kiezen behandeling. “We moeten nog veel in de praktijk ervaren hoe het werkt bij verschillende doelgroepen, maar de eerste ervaringen zijn positief”, stelt Ubbink.
Voorkeur achterhalen
Ubbink vermoedt dat digitale keuzehulpen juist ook bij minder geletterde en oudere patiënten goed kunnen helpen, bij het afwegen van behandelopties tegen bijvoorbeeld de gevolgen voor de kwaliteit van leven. Omdat je met digitale keuzehulpen hun voorkeuren daarover beter kan achterhalen. Beter samen beslissen met hulp van e-health staat of valt verder wel met de houding van zorgverleners en patiënten ten aanzien van zulke middelen, denkt Ubbink.
SKIPR sprak met de geïnterviewde op de slotmanifestatie van het NFU e-health programma