AppleMark
Zorgaanbieder Cordaan laat per 1 januari het principe van zelfsturing in de wijkverpleging en thuiszorg los. Voor de planning en roostering krijgen verpleegkundigen en verzorgenden straks steun van een teamcoördinator en planner, zodat ze zich meer kunnen richten op het leveren van zorg.
De stap is opvallend, omdat zelfsturing de laatste jaren geldt als het beste recept voor grotere klantgerichtheid en het terugdringen van overbodige overhead. Om die reden volgt inmiddels meer dan helft van de aanbieders in de care het voorbeeld van Buurtzorg, dat als eerste succesvol pionierde met het concept, en werkt actief aan de introductie van zelfsturende teams.
Vastlopen
Toch kent het principe de nodige haken en ogen. Zelfsturing dwingt zorgteams om meer zaken zelf te regelen, onder meer op het gebied van zorginhoud, teamontwikkeling en bedrijfsvoering. Ook de interne afstemming vraagt veel. In een recente blog op Skipr schetst adviseur Amir Sharafkhani van Twynstra Gudde hoe teams vastlopen en niet tot besluiten komen. Daarnaast weten zorgmedewerkers vaak niet waar zij binnen de organisatie terecht kunnen met hun vragen en worden ze van het ‘kastje naar de muur’ gestuurd. Zo dreigt het gevaar dat zelfsturende teams vastlopen in een eilandjes-cultuur en zoveel neventaken moeten vervullen dat ze niet aan het echte werk toekomen.
Goede zorg
Het zijn dit soort geluiden van de werkvloer die Cordaan heeft doen besluiten het principe van zelfsturing op de helling te zetten. Uit gesprekken met verpleegkundigen en verzorgenden in de wijk kwam naar voren dat zij vooral kwalitatief goede zorg willen leveren aan cliënten. Hierin willen ze beter worden gefaciliteerd. Door de zorginhoudelijke- en de faciliterende werkzaamheden uit elkaar te trekken denkt Cordaan ook beter te kunnnen voldaan aan de veranderende zorgvraag. Bovendien hoopt Cordaan aantrekkelijker te zijn voor nieuwe wijkverpleegkundigen, verpleegkundigen en verzorgenden. Daarnaast zet de zorginstelling in op omschooltrajecten.
Regie
Hoewel Cordaan de zelfsturing op de helling zet, zegt de Amsterdamse zorgaanbieder wel te hechten aan professionele zelfstandigheid. Mede om deze reden worden de wijkverpleegkundigen georganiseerd in het Amsterdams Wijkverpleegkundig Collectief. De wijkverpleegkundigen uit het collectief hebben een regierol in het zorgproces. Zij zijn vakinhoudelijk verbonden met het wijkteam en werken nauw samen om de zorg rondom cliënten vorm te geven. Zij indiceren en evalueren de zorg, initiëren cliëntoverleg en werken samen met verschillende interne en externe disciplines, zoals gespecialiseerd verpleegkundigen en de eerste lijn behandelaren. Zij delen zelf hun eigen tijd in met betrekking tot het verpleegkundig proces. Dit betekent dat zij niet werken vanuit het basisrooster van de wijkteams. Zij bezoeken cliënten en verlenen zorg als zij dit nodig achten vanuit kwaliteitsoogspunt en eigen klinische blik. Op deze manier zijn ze autonoom in hun handelen en worden ze niet geleid door regeltaken, zoals het oplossen van knelpunten in de planning.
Wijkweb
Elke wijkverpleegkundige is eindverantwoordelijk voor circa 50 cliënten binnen een bepaalde wijk in Amsterdam en organiseert samen met de wijkteams, maar ook de samenwerkingspartners in de wijk, de zorg rondom de cliënt. In die zin zijn zij de spin in het wijkweb. De wijkverpleegkundige staat dichtbij de wijkteams en collega wijkverpleegkundigen. Zij organiseren samen met het wijkteam casuïstiek besprekingen ter bevordering van de deskundigheid en gezamenlijke visie op de zorg. Zij zetten nieuwe toepassingen op het gebied van eHealth en andere hulpmiddelen in om de cliënt te ondersteunen in het vergroten van zelfstandigheid. Daarnaast is er meer ruimte voor de samenwerking met de partners in de wijk, waarbij de nadruk meer komt te liggen op preventie en zelfmanagement.