AppleMark
Zorgorganisaties hebben nog te veel de neiging om elkaar te beconcurreren op de arbeidsmarkt. Wat dat betreft is de zorgsector nog hardleers, zegt Doekle Terpstra, de aanjager van het Zorgpact, dat de afgelopen vier jaar getracht heeft juist samenwerking tussen zorg, onderwijs en lokaal bestuur te stimuleren.
“Op het gebied van de arbeidsmarkt zou je iedere concurrentie moeten wegnemen”, vervolgt Terpstra. “Een oplossing voor de een zou ook een oplossing moeten zijn voor de ander. Je ziet ook dat er tussen de zorgbranches nog hiërarchisch wordt gedacht, van academische ziekenhuizen tot ouderenzorg. Dit is geen waardeoordeel, maar een constatering van iets waar we nog aan moeten werken.”
Zorgpact wordt Werken in de Zorg
En gewerkt zal er worden. Na vier jaar stopt het Zorgpact, maar het Zorgpact is nog niet klaar. De werkwijze waarbij op regionaal niveau samenwerkingsverbanden tussen onderwijs, zorgsector en lokaal bestuur worden gesmeed, wordt breed overgenomen in Werken in de Zorg, het nieuwe actieprogramma van VWS voor de zorgarbeidsmarkt.
“De belangrijkste les uit vier jaar Zorgpact is dan ook dat het werkt”, zegt een trotse Terpstra. “Dat erkende ook de directeur-generaal van VWS maandag op onze laatste landelijke werkdag. De ruggengraat van het Zorgpact is altijd geweest: doen. We hebben geprobeerd om weg te blijven van beleid en in te zetten op het enthousiasmeren van mensen, maar wel de vrijblijvendheid voorbij te gaan. Het enthousiasme moest wel een vervolg in de praktijk krijgen.”
In die praktijk zijn er meer dan honderd samenwerkingsverbanden van ontstaan vanuit het Zorgpact. Het deelprogramma Ruimte in de Regels ging op zoek naar een oplossing voor zeventig knelpunten in de regelgeving en vond deze oplossing in zestig gevallen, licht Terpstra toe. “In de meeste gevallen bleek dat er geen probleem was en dat er binnen de bestaande regelgeving heel veel mogelijk was.”
Geld naar de regio’s
Net als de beweging die door het Zorgpact is ingezet, stoomt Terpsta zelf ook door. Hij is door het ministerie gevraagd om de nieuwe commissie Werken in de Zorg voor te zitten. “Ik heb altijd gezegd dat het aanjagen van het Zorgpact op een gegeven moment klaar moest zijn. Anders zou het een baan worden en dat paste daar niet bij. Ik ben wel bijzonder verguld dat de minister mij heeft gevraagd om de commissie aan te voeren. Dat is een eervolle erkenning van het succes van het Zorgpact.”
Een jaar geleden zei Terpstra na de landelijke werkdag van het Zorgpact dat geld voor de zorgarbeidsmarkt niet naar zorginstellingen moest gaan, maar naar regio’s. Samenwerking tussen onderwijs, zorg en bestuur moest hierbij een voorwaarde zijn. Nu heeft VWS een pot van 350 miljoen euro te verdelen om de arbeidsmarkt te stimuleren. “Ik ga de minister niet vertellen hoe hij dat geld moet verdelen”, zegt Terpstra. “De regio’s kunnen plannen indienen. De commissie heeft de opdracht gekregen om de plannen te beoordelen. Wij zullen de uitdagingen per regio beschrijven en geven daarop een advies, maar de minister beslist.”
Volgens Terpstra zal het actieprogramma Werken in de Zorg ernaar streven om “nul op de meter” te hebben. Ofwel geen personeelstekorten meer. “De commissie gaat niet de les lezen, maar wil samen met de sector op zoek naar de sleutels, de juiste knoppen om aan te draaien om nul op de meter te bereiken.”
De commissie Werken in de Zorg moet binnenkort met een eerste rapportage komen. Terpstra wil op de inhoud niet al te veel vooruitlopen. “Een ding is wel duidelijk”, zegt de voormalig aanjager van het Zorgpact. “Als het gaat over onderwijs en arbeidsmarkt gaan zorginstellingen het in hun eentje niet meer redden.”