De administratieve lastendruk in de zorg is toegenomen. In sommige instellingen besteden verpleegkundigen, verzorgenden en artsen nog maar 40 procent van hun tijd aan directe zorg.
Dat blijkt uit het onderzoek ‘Meer tijd voor de cliënt‘ dat Plexus in opdracht van het ministerie van VWS uitvoerde. Toch kan de overheid claimen dat de lastendruk in de zorg met succes is aangepakt. Volgens hoofdonderzoeker David Ikkersheim zou het kabinet tot oktober 2010 een reductie van de lastendruk van bijna 4 procent hebben gerealiseerd ten opzichte van een nulmeting in 2007.
Slechte afstemming overheidsorganen
Dat de lastendruk desalniettemin is toegenomen komt door een discrepantie tussen de ‘enge definitie’ van lastenvermindering die de overheid hanteert en de regeldruk zoals het veld die ervaart. Zo kijkt de overheid alleen naar de lasten die voortvloeien uit wet- en regelgeving van de landelijke overheid zelf. Volgens die definitie is de lastendruk inderdaad gedaald, zegt Ikkersheim. Maar in de praktijk ervaren zorginstellingen administratieve druk ook vanuit zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
Zo vragen lagere overheden en uitvoeringsinstanties vaak dezelfde informatie op, maar doen ze dit op verschillende momenten en gebruiken ze bovendien elk een andere vraagstelling. Ikkersheim adviseert om dit te stroomlijnen.
Directeur Langdurige zorg Iris van Bennekom van het ministerie van VWS zegde toe dat het ministerie zal kijken of het mogelijk is te komen tot een meer eenduidig jaardocument. Dit deed ze dinsdagavond tijdens een symposium dat naar aanleiding van het rapport werd gehouden.
Werkproces instellingen
Ikkersheim wijst erop dat ook de zorginstellingen zelf debet zijn aan de toegenomen bureaucratie. Zo nam de overhead in de periode 2000 tot 2008 toe van 16,6 naar 18 procent. Ook verschuift de verhouding tussen cliëntgebonden taken en administratieve taken steeds verder in de richting van het papier. In de ziekenhuizen hebben medewerkers de meeste administratieve taken: 46 procent van hun tijd gaat eraan op. In de thuiszorg is dat 31 procent. Door andere inrichting van de processen, zijn er bovendien aanzienlijke verschillen tussen de zorginstellingen per sector.
Financiering
Daarnaast ontstaat bureaucratie door de financiering van ons zorgstelsel. De zorg wordt bekostigd met een ‘meer-systemen-stelsel’ met de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de AWBZ en de eigen bijdragen van cliënten. De zorg voor patiënten wordt vaak vanuit meerdere potjes betaald, wat bij de zorgverleners administratie oplevert. Van Bennekom zei hier niets aan te kunnen veranderen: “Dit is een politieke realiteit.” Wel zouden de ‘overgangen’ zo soepel mogelijk moeten gaan.