Vooral een gemiste kans voor de bestuurders van zorgverzekeraars die zich dan niet als zuinige boekhouders maar als investeerders in de zorg hadden kunnen bewijzen. Dus trotse bestuurders van zorgverzekeraars die dan kunnen stellen dat zij een betekenisvolle bijdrage leveren aan het herstel én het versterken van de wijkverpleging. En zo meehelpen om de wijkverpleging duurzaam en toekomstbestendig te maken. Een sector die nu al geconfronteerd wordt met grote personeelstekorten, een oplopende zorgvraag in verband met de dubbele vergrijzing op wat langere termijn en nu op korte termijn de grote slag inhaalzorg moeten zien op te vangen in de wijken. Dus volop uitdagingen voor een verzwakte sector die al met veel problemen worstelt, waaronder die van de arbeidsmarkt. Maar niets van dat!
Helaas zien de verzekeraars blijkbaar voor zich geen verantwoordelijkheid als het gaat over het versterken van de zorg in zijn geheel en de wijkverpleging in het bijzonder. De wijkverpleging kent net zoals vele zorgsectoren al jaren de wurggreep van de verzekeraars. Die proberen elke keer weer de duimschroeven net iets verder aan te draaien en proberen zo telkens weer of de inkoop van zorg tegen nog wat lagere tarieven kan. En hun machtspositie maakt dat mogelijk.
Steeds schraler zorg
Zo zien we de wijkverpleging al jaren een steeds schralere wordende zorgsector worden waar zorgaanbieders aan het overleven zijn en aan hun vingernagels aan de klippen hangen. Veel zorgaanbieders snappen er niets van: ze leveren kwaliteit van zorg, hebben tevreden cliënten (en dat zijn de polishouders van de zorgverzekeraars), krijgen hoge waarderingen op Zorgkaart Nederland, maar de verzekeraars verklaren het telkens opnieuw, jaar na jaar, als ondoelmatig. En leggen “doelmatigheidskortingen” op: afslagen op integrale tarieven die geen enkele relatie meer hebben met de jaarlijks door de NZa vastgestelde tarieven.
En dat niet als resultaat van een onderhandelingsproces, maar van een eenzijdig opgelegd aanbod: slikken of stikken! Dat de zorgaanbieders geen kant opkunnen, hun cliënten en medewerkers niet in de steek willen laten, maakt dat ze vaak in arrenmoede dan toch maar dat kruisje of vinkje in het digitale inkoopsysteem van de verzekeraar zetten. Net genoeg om niet direct om te vallen, maar volstrekt onvoldoende om te kunnen investeren. Bijvoorbeeld is de deskundigheid van de medewerkers, of investeringen in de ICT of wat dan ook; de vereisten die verzekeraars ondertussen stellen stapelen op.
Betere data-uitwisseling
En daar gaat het nu om: het versterken van de sector. Om bij zorgaanbieders weer wat perspectief te laten zien, niet vanuit wantrouwen te werken maar vanuit vertrouwen een gezamenlijk opgave formuleren. Er moet betere data-uitwisseling de in de zorg komen bij gemis van een landelijk EPD-systeem; dat willen de zorgaanbieders ook. Maar het investeren daarin wordt het niet mogelijk gemaakt. Er moeten betere arrangementen komen voor opleiden, stage en begeleiden; het boeien en binden van nieuwe medewerkers in de zorg. Dat willen de zorgaanbieders ook; daarmee kan de sector vooruit en groeien, maar de tarieven van de zorgverzekeraars maken het hen niet mogelijk.
De arbeidsvoorwaarden in de sector moeten verbeteren om de concurrentie met andere sectoren mogelijk te maken; we spreken over goed of verbeterd werkgeverschap: dat willen de zorgaanbieders ook, maar het moet ze wel mogelijk gemaakt worden. En dat gebeurt ook nu weer niet.
Arbeidsmarkt
Het lijkt de Zorgverzekeraars allemaal onverschillig te laten. Ze zien voor zich geen verantwoordelijkheid voor die uitdagingen, dat moeten die werkgevers maar op eigen houtje doen. Maar hoe kunnen ze dat doen als de jaarlijkse marges nihil tot hooguit marginaal zijn (als je ook toevallig in de Wlz gefinancierde zorg levert wil dat nog wel eens lukken) en de tarieven niet of nauwelijks kostendekkend zijn. Al meer dan een jaar soebatten we over een simpele afspraak: de zorgverzekeraars zijn verplicht om de OVA (de jaarlijkse indexering) in de tarieven door te geven: één op één. Maar verzekeraars doen dat niet, die achten zich ook niet gebonden aan bijvoorbeeld cao’s die loonstijgingen voor de wijkverpleging vastleggen; zoals aanstaande juli weer 3% loonsverhoging na de 3,5% van vorige zomer (juni 2020). De zorgaanbieders nemen als werkgevers hun verantwoordelijkheid; ook in crisistijd zoals nu met een corona pandemie. De zorgverzekeraars geven echter niet thuis. Gemiste kans!
We weten ondertussen natuurlijk wel dat verzekeraars zich niet verantwoordelijk voelen voor de arbeidsmarkt en alleen op korte termijn denken: zo veel mogelijk zorg als nu nodig is tegen de laagste prijs. Zonder zich te realiseren dat dit kortzichtig handelen zich in grote problemen voor de nabij toekomst uitbetaald. Nu al zijn er elk jaar problemen met wachttijden, capaciteitsgebrek, budgetplafonds, verkeerde beddenproblematiek en dus evident te weinig zorg te weinig ingekocht. En met te weinig inzicht en interesse in de ontwikkeling en aard van de zorgvraag. En ze roepen natuurlijk bij de eerste en beste gelegenheid: dat doen we voor uw portemonnee.
Inhaalzorg
Maar wat zouden we roepen als er door de georganiseerde kaalslag – het lijkt wel of de zorgverzekeraars de corona crisis aangrijpen om een shake-out te entameren – binnenkort onvoldoende zorgverleners beschikbaar zijn voor de wijkverpleging. Dat de inhaalzorg van het ziekenhuis resulteert in langere wachtlijsten en wachttijden zoals bij de verkeerde-bed problematiek? Of dat u niet langer thuis kunt blijven wonen met een redelijk overzichtelijke zorgvraag omdat er onvoldoende zorgcapaciteit beschikbaar is? Dit zwaard van Damocles hangt al enkele jaren boven de zorg en we praten er al een tijdje over. De zorgverzekeraars weten het maar verzaken massaal. De minister weet het maar doet niets, net zoals hij al jaren niets doet om de OVA-afspraken zoals die in het Hoofdlijnen Akkoord (Hla) wijkverpleging staan, te bewaken. De systeemverantwoordelijkheid voor het systeem is geen schoen die de minister aantrekt. De NZA kijkt toe en zit op zijn handen en de Tweede kamer lijkt het niet te snappen of is te veel bezig met de neerslachtig makende praktijk in Den Haag. Een praktijk van georganiseerd wantrouwen waar de zorgverzekeraars blijkbaar goed van geleerd hebben.
Geen investeerders maar onvesteerders
En dat maakt dat we nu de treurige situatie hebben dat de zorgverzekeraars met hun corona-regelingen op continuïteit en meerkosten zich niet als investeerders in de zorg presenteren maar zich nu als “onversteerders” presenteren. Ze laten de zorgaanbieders verder in de kou staan, laten hen met extra gemaakte kosten van de pandemie zitten en ondergraven zo hun toekomstperspectief. Ze missen de kans om het vertrouwen in de sector uit te spreken en hun hand uit te steken om gezamenlijk met de zorgaanbieders op te trekken om de de reële en al voelbare dreiging van de arbeidsmarkttekorten, het gebrek aan investeringsmogelijkheden, het ontbreken van een tarief die perspectief biedt, het hoofd te bieden en de sector de kans te geven versterkt uit de crisis te komen. Never waste a good crisis, tenzij je natuurlijk vooral stuurt op afbraak van de sector en het laten wegvallen van een groot aantal zorgaanbieders. Gemiste kans dus!
Hans Buijing
Bestuurder Zorgthuisnl