Vandaag zat ik in een digitaal overleg met bestuurders van vijf verpleeghuizen. Deze bestuurders praten regelmatig met elkaar over problemen waar ze samen oplossingen voor bedenken. Vanmiddag stond het hoge ziekteverzuim onder medewerkers op de agenda. Al jaren schommelt het ziekteverzuim in de zorg tussen de 5 en 8 procent. Met af en toe zelfs uitschieters naar 10 procent. Het hoogste van alle sectoren. Een vraag die veel bestuurders dan ook bezighoudt is: wat is er te doen aan het hoge verzuim in de zorg?
Maakbaarheid
In het overleg analyseerden we samen wat er tot nu toe al aan oplossingen ondernomen is. Werkcoaches, til-trainingen, een ‘sterk in je werk’-festival, trainingen voor managers en nog tal van andere voorbeelden passeerden de revue. Maar tussen al deze voorbeelden bleef vooral die opmerking van die éne bestuurder mij bij. Hoe maakbaar is welzijn wanneer zoveel medewerkers persoonlijke problemen hebben? Ik schrok niet alleen van het hoge percentage medewerkers dat in de schuldhulpverlening zit, maar ook van de boodschap. Hij bedoelde te zeggen: ‘dit probleem kan ik als bestuurder niet veranderen’.
Niets doen is geen optie
Toch is het noodzakelijk dat er iets verandert. Zeker gezien de arbeidsmarkttekorten die de sector de komende jaren nog boven het hoofd hangen. Dus ook al is de ruimte soms klein, het is een té belangrijk vraagstuk om niets te doen. Filosoof Patricia de Vries legt dit beeldend uit aan de hand van de sport boksen. In het boksen gaat het erom dat je blijft bewegen. “Als je wordt aangevallen en je gaat in dekking staan en je voelt van alle kanten stoten komen, dan denk je: dit is het. Nu ga ik neer, dit houdt nooit op. In trainingen leer je hoe je jezelf uit de hoek kunt vechten, namelijk door te bewegen. Het is zo simpel als een stap zetten. Letterlijk.”
Onvermijdelijk maakt onmogelijk
In veel zorgorganisaties is de hoeveelheid werk al lange tijd teveel voor het aantal medewerkers. De kwaliteit van werk staat onder druk, zo concludeerde ook de WRR. Bij sommige medewerkers spelen er daarnaast zoveel persoonlijke problemen dat leidinggevenden soms niet weten waar te beginnen. Hoewel de bestuurders vanmiddag juist bij elkaar kwamen om te zoeken naar oplossingen, was de impliciete conclusie dat het zowat onbegonnen werk was. Het is de ‘schuld’ van de marktwerking, de woningmarkt, de arbeidsmarkt, de vergrijzing, het neoliberalisme, de individualisering, de zorgverzekeraars, de zorgkantoren, de gemeente. Maar door de gedachte dat het verzuim onvermijdelijk is, worden tegelijkertijd de mogelijkheden en oplossingen beperkt. Dan keert ieder terug naar de initiatieven in de eigen organisatie. Naar de werkcoaches, til-trainingen en ‘sterk in je werk’-festivals.
Bewegen, ook buiten de eigen organisatie
Hoe kunnen we uit de hoek van de boksring komen? Hoe komen we in beweging? Waar is er ruimte? Het verzuimvraagstuk ligt op het bordje van de zorgbestuurder. En de knoppen om aan te draaien om een deel van het gelaagde probleem aan te pakken, liggen elders. Bij de landelijke politiek, gemeenten, brancheorganisaties, zorgkantoren, zorgverzekeraars, de woningbouw, enzovoorts. De kunst is om te gaan bewegen, ook buiten de eigen organisatie. Juist de ideeën van zorgbestuurders zelf zijn nodig om het gelaagde probleem van verzuim op meerdere levels te kunnen adresseren.
Zo wordt in Amsterdam bekeken of zorgmedewerkers voorrang kunnen krijgen op betaalbare huurwoningen. De Peel heeft een gezamenlijk regionaal scholingsprogramma’s om extra collega’s te werven en de werkdruk te verminderen. Wellicht is een jaarlijkse bonus voor maatschappelijk belangrijk werk een optie. Het gaat erom: ga op zoek naar de juiste knoppen om aan te draaien om de kwaliteit van werk te verbeteren en het welzijn van medewerkers te vergroten. Ook al zijn de oplossingen nog niet direct in zicht, het is belangrijk om vragen te blijven stellen en nieuwe stappen te zetten. Want nu accepteren dat de situatie onvermijdelijk is, is voor de toekomst van de zorg onmogelijk.
Liesbeth Heuts
Senior adviseur en psycholoog bij FWG Progressional People