Want een kenmerk van een pilot is de overzichtelijke duur, bijvoorbeeld één of twee jaar. In die periode moet duidelijk zijn of iets werkt of niet. Soms werkt dat heel goed. Zoals bij een app voor patiënten om de druk op de doktersassistente te verlichten. Je kunt vrij snel zien hoeveel gebruik ervan gemaakt wordt en of het leidt tot minder werkdruk.
Investering
Bij de grotere vragen werkt het niet. Ik was onlangs bij een bijeenkomst met jonge ouders uit Overvecht. Dat ging erover hoe je ervoor kunt zorgen dat hun netwerk sterker wordt, bijvoorbeeld door informele ontmoetingen in de wijk. Het achterliggende idee is dat een netwerk voor ouders zorgt dat ze opvoedproblemen eerder kunnen bespreken en daarmee kunnen voorkomen. En het zorgt ervoor dat mensen zo goed mogelijk hun weg vinden in onze maatschappij. Het effect van deze inzet is niet in één of twee jaar te meten. Dit vraagt langdurige investeringen van gemeenten en bijvoorbeeld buurtteams. Je weet misschien pas over een jaar of 10 of dit écht gaat werken. Als je kunt zien hoe het gaat met de kinderen die nu net geboren zijn. Wat we wel hebben is stevig vermoeden dat het zou kunnen werken.
Overreding
Wat gebeurt er nu bij de gebruikelijke route van een pilot van één of twee jaar? Vanaf het begin is er druk door tijdelijke financiering, er is snelle verantwoording nodig. De focus gaat al heel snel leggen op verlenging van de financiering; dat vraagt weer nieuwe aanvragen en overreding. Allemaal tijd en middelen die ook gestoken hadden kunnen worden in het beter uitvoeren van de pilot.
En dit is precies het probleem: we doen veel te veel pilots, te veel projecten. We vergeten de grote lijnen en rennen van aanvraag, naar uitvoering, naar verantwoording en heel snel weer verder naar de volgende aanvraag. En we vergeten daarbij de transitie die we willen maken en de structurele beweging die hiervoor nodig is. En dat het tijd kost om dat voor elkaar te krijgen.
De bedoeling
Pilots zijn niet altijd verkeerd, het kan de verwezenlijking zijn van een goed idee. Maar als we een stevig vermoeden hebben dat iets een goed idee is en dat het een idee is dat tijd vraagt, dan moeten we het alleen doen als we ook bereid willen zijn het tijd te geven. Als we accepteren dat bijsturen nodig is (en dat er dus ook delen mislukken). Daarmee maken we tijd vrij om écht te realiseren wat oorspronkelijk de bedoeling was.