Zibs, HL7 Fhir, eOverdracht, Medmij zijn allemaal afsprakenstelsels en standaarden die beogen de gegevensuitwisseling soepel te laten verlopen. De overheid stimuleert dit met subsidieprogramma’s als InZicht en VIPP om ict-leveranciers te motiveren hun pakketten aan elkaar te knopen. Dat is leuk allemaal maar het zet nog weinig zoden aan de dijk.
De Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) die de verplichting zou moeten afdwingen, is nog te vrijblijvend. De ministerraad heeft in 2021 ingestemd met het wetsvoorstel waarna het naar de Tweede Kamer is gestuurd ter beoordeling. Is gegevensuitwisseling daarna verplicht?
NEN-normen
Nee. Het ministerie van VWS gaat samen met NEN en de zorgsector NEN-normen en certificatieschema’s ontwikkelen. Deze normen dicteren de vereisten aan taal en techniek voor digitale uitwisseling van zorggegevens. Certificerende instellingen gaan toetsen of aan de eisen van de normen wordt voldaan. En als dit eenmaal in kannen en kruiken is, dan volgt er mogelijk een verplichting. Maar dat kan nog een tijd duren. Het is logisch dat ict-leveranciers zoekende zijn naar de praktische toepasbaarheid van de standaarden. Er zijn koppelingen die hun toegevoegde waarde hebben bewezen, maar die voldoen niet aan de standaarden. Waarom die dan niet gebruiken?
Banken
Aan de ene kant begrijp ik dat als je kijkt naar de korte termijn. Aan de andere kant snap ik er helemaal niets van. Als je wereldwijd kijkt, worden systemen steeds meer open, want samenwerking is nodig om succesvol te zijn in de gedigitaliseerde maatschappij. Kijk maar naar de banken. iDeal is een standaard die instant betalen bij webshops mogelijk maakt. Instant payments en PSD2 hebben ervoor gezorgd dat geld overmaken tussen banken direct plaatsvindt en waarna de mutatie direct zichtbaar is in de boekhoudsoftware van een ondernemer. En de afzonderlijke pinautomaten van de grootbanken worden in rap tempo vervangen door de gele Geldmaat waar je geld kunt opnemen en storten ongeacht bij welke bank je zit.
Nu vraag je je af: waarom lukt het bij banken wel en blijven we in de zorg aanmodderen als het om gegevensuitwisseling gaat? Dat is te verklaren. De banken hebben een duidelijke usecase; door de wereldwijde digitalisering is het voor hen niet meer rendabel om alles zelf te doen. Door standaardisatie besparen ze geld en de klant wordt er ook beter van.
Elkaar leren kennen
Maar, zo luidt het weerwoord, banken wisselen enkel transacties uit, zorginformatie is veel complexer. Dat klopt. Maar we willen het dagelijkse leven voor zorgprofessionals makkelijker maken. Dat kan alleen door gegevensuitwisseling te organiseren vanuit de behoefte, niet vanuit de techniek. Daarom willen we de zorgnetwerken rondom de cliënt in kaart brengen. Contact zoeken, praten, elkaar leren kennen. Dat zijn de eerste stappen richting gegevensuitwisseling. Want als professionals onbekenden van elkaar zijn en de context van de cliënt niet snappen, is gestandaardiseerde gegevensuitwisseling vaak niet effectief.
Informatiebouwblokjes
Ben je eruit welke informatiebouwblokjes iets toevoegen aan de relatie tussen de zorgdisciplines, dan kun je er technologie bij zoeken. Die is beschikbaar in de vorm van open API’s op basis van zorgstandaarden. Maar ook via spraaktechnologie is gegevensuitwisseling mogelijk. En als zorgprofessionals gegevensuitwisseling afdwingen, dan gaan ict-leveranciers beter hun best doen en afspraken maken over standaarden. Wedden dat de zorg en ict gegevensuitwisseling eerder voor elkaar hebben, dan de politiek de wetgeving gereed heeft? Zo hoeft niemand aan het subsidie-infuus en blijft er meer geld over voor waar het om draait: goede zorgverlening.
Ard Leferink
CIO bij Ecare