De directe aanleiding te schrijven is dit artikel in het FD. Hierin wordt vermeld dat de staat dwarsligt bij een voorgenomen aanzienlijke verhoging van het inkomen van de commissarissen van de ABN-bank. Ook wordt bezorgd vermeld dat de opvolging van de vertrekkende bestuursvoorzitter in gevaar komt als wordt vastgehouden aan een salaris van slechts bijna een miljoen per jaar. In het bankwezen elders is de beloning immers veel hoger.
Je kunt je afvragen wat voor categorie bestuurders je krijgt met jaarlijkse beloningen van meer dan een miljoen. Macho figuren die moeite hebben met het reguleren van witwaspraktijken in het bancaire stelsel? Of mensen die onaanvaardbare risico’s nemen met een bankencrisis als gevolg? In hoeverre zijn dit soort inkomens strijdig met een zekere mate van een sociaal-maatschappelijke functie?
Rekening te laag
In ons brandwondencentrum te Beverwijk hadden wij incidenteel puissant rijke slachtoffers met brandwonden uit het buitenland. Na afloop van de behandeling kwamen de zaakwaarnemers van deze mensen naar mij toe om te overleggen over de afhandeling van de rekening. Ik verwees ze dan altijd naar de administratieve afdeling van ons ziekenhuis. Niet zelden moest ik daarna een verontwaardigde zaakwaarnemer kalmeren voor het feit dat we voor dit lage bedrag de behandeling hadden verricht. Die kon nooit goed geweest zijn en de rekening werd soms als beledigend ervaren.
In Engeland en de VS ligt dit overigens compleet anders. Daar laat het financiële zorgstelsel toe ‘dat zorgrekeningen even wat anders worden opgesteld’. Of dat aan de betrokken zorginstelling grote schenkingen worden gedaan. Het maatschappelijke contrast kan in dit soort situaties overigens toch opmerkelijk zijn. Verpleegkundigen die complexe, intensieve zorg en wondbehandelingen verrichten met een inkomen dat schril afsteekt bij dat van het slachtoffer. Of de ouders van het slachtoffer.
Herijk de maatschappelijke relevantie
Ik besef heel goed dat de discussie niet nieuw is en ook best lastig. Toch ben ik van mening dat de maatschappelijke relevantie van vele beroepen binnen het hele loongebouw herijkt dient te worden. Waaronder dat van bijvoorbeeld schoonmakers, onderwijzers, werkers in de zorg en politieagenten. Je kunt het misschien zelfs heel breed trekken. De milieu- en klimaatcrisis zouden erbij gebaat kunnen zijn als puissante inkomens in het bedrijfsleven wat minder een rol zouden spelen.
Het hele economisch klimaat kan wat minder ‘hijgerig’ worden en daarmee kan hopelijk wat meer bewustwording ontstaan ten aanzien van sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheden. Dat die bewustwording onder druk staat, kan opgemaakt worden uit het feit dat de FNV recentelijk uit de commissie voor deugdelijk ondernemingsbestuur is gestapt. Dit omdat “door hun opstelling de commissie volgens de FNV verworden is tot een club die zich richt op het tevreden stellen van aandeelhouders en winstmaximalisatie”.
Laten we de discussie over dit onderwerp in ieder geval mogelijk houden.
Door Robert W. Kreis, chirurg N.P. en em. hoogleraar Brandwondenzorg VUmc