Vrijdag 10 april presenteerde de Commissie Kaljauw haar rapport ‘Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren’. Een fantastische bijeenkomst was het, met zeer vele positieve reacties van de meer dan 1.500 aanwezigen, waaronder veel zorgverleners.
Ook ik ben enthousiast over de geschetste contouren. Als ik al een kritische kanttekening moet plaatsen, dan is dat bij het eerste deel van de titel; we gaan immers niet zozeer naar nieuwe zorg vanuit de huidige opvattingen. Nee, we gaan naar het bieden van ondersteuning puur vanuit het perspectief van de patiënt. Welke ondersteuning heeft hij of zij nodig om zo optimaal mogelijk te kunnen functioneren? Precies zoals de commissie dat in haar rapport verwoordt. En natuurlijk hoort ‘zorgen voor’ daar ook bij, maar het vertrekpunt is wezenlijk anders en dat deel ik van harte.
Verrijking data
Als zogenoemde Broedplaats Friesland zijn wij vanaf dag 1 betrokken geweest bij het werk van de Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen. De cijfers van de demografische ontwikkelingen en te verwachten zorgvraag in 2030 specifiek voor Friesland hebben ons bijzonder geholpen.
Met name ook de invalshoek vanuit het functioneren van mensen en de koppeling aan de sociale economische status is een verrijking van de data die reeds beschikbaar waren. Deze rijke bron aan informatie stelt ons in staat om samen met onze partners de zorg en ondersteuning exact in te richten op de vraag van de toekomst. Daar zijn we als Broedplaats dan ook volop mee bezig.
Model
Om de zorg te borgen voor de toekomst, moeten we deze anders organiseren; meer in de eerste of anderhalve lijn en zoveel als mogelijk dicht bij mensen in hun eigen omgeving. Dat is bekend. De commissie hanteert een model dat uitgaat van vier zorgdomeinen; Voorzorg, Gemeenschapszorg, Laagcomplexe tot complexe zorg en hoogcomplexe zorg. Voorzorg gaat met name over preventie en gezond leven voor iedere burger. Gemeenschapszorg over zorg en ondersteuning dichtbij die mede geboden wordt door een team van integraal samenwerkende zorg- en hulpverleners. De laatste twee gaan over planbare zorg en zeer complexe behandelingen waarbij gekeken wordt vanuit het functioneren van de patiënt, de mens.
Inspiratiebron
Tijdens het congres was Pauline Meurs kritisch over dit model, zij noemde het onder andere te statisch. Zelf ervaar ik het model als zeer bruikbaar. Het schenkt bijvoorbeeld voor het eerst nadrukkelijk aandacht aan preventie in het domein Voorzorg. En juist preventie is een thema waar nog veel gezondheid(swinst) te behalen valt en waar we meer aan moeten doen.
Zie het model daarom niet als blauwdruk of keurslijf maar laat het een inspiratiebron zijn om op een andere manier te kijken naar de organisatie van de zorg. Ik merk in gesprekken en presentaties dat mensen vaak enthousiast raken over deze nieuwe blik. We hebben in Friesland al veel gebruik gemaakt van dit gedachtengoed; het is ondersteunend en inspirerend voor de andere weg die we zijn ingeslagen.
Definitie
De commissie hanteert in haar rapport de definitie van gezondheid van Huber uit 2011: ‘Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.’ Het mooie van deze formulering is dat niet zozeer de aandoening of beperking centraal staat, maar de wijze waarop mensen mét een aandoening of beperking toch nog in staat zijn om eigen regie te voeren en een leven te leiden dat betekenis vol voor hen is. Kwaliteit van leven zoals ervaren door het individu staat centraal en wij –de zorg- zijn er om het individu daarin te ondersteunen.
Gaat het dan te eng alleen nog maar over functioneren zoals Meurs op het congres stelde? Is spiritualiteit dan geen wezenlijk element in de ervaring van gezondheid? Zeker, dat is absoluut ook een onderdeel van kwaliteit van leven. Het gaat hier echter met name om de rol die wij als zorgsector in de toekomst gaan vervullen vanuit het perspectief van zorg. En als wij er de komende jaren in slagen om de omslag te maken naar behoud van zelfredzaamheid en behoud van functioneren, zal dat mensen ook helpen om invulling te geven aan hun spirituele gezondheid. En dan is de cirkel weer rond.
Vergezicht
De commissie heeft met haar contouren wat mij betreft een mooi vergezicht geschetst. Een visie die we nu met elkaar verder moeten uitwerken en inkleuren. Dat vraagt inzet van alle partijen; zorgverleners, zorgverzekeraars, onderwijs, gemeenten, overheid, patiënten, cliënten, consumenten. In Friesland en de andere Broedplaatsen gaan we volop door en ik roep andere regio’s op om zich aan te sluiten en eveneens aan de slag te gaan. Want ook de contouren van 2030 doemen al op!
Diana Monissen
Bestuursvoorzitter De Friesland Zorgverzekeraar en ambassadeur van de Broedplaats Friesland