Natuurlijk is het belangrijk dat wij onze processen dusdanig inrichten dat meerdere zorgverleners betrokken worden bij het besluit tot het inzetten van onvrijwillige zorg bij een client. Natuurlijk is het goed dat wij er voor zorgdragen dat deze maatregelen regelmatig worden geëvalueerd en ook worden afgebouwd zodra dit mogelijk is. Tenslotte is het ook geen probleem dat bijvoorbeeld de IGJ hier op toeziet en tijdens haar inspecties controleert of wij hier ook daadwerkelijk naar handelen.
Wantrouwen
Echter, wat is nu eigenlijk het nut om alle weloverwogen
beslissingen van onze behandelaren ook nog eens door onze externe collega’s te
laten toetsen? Wat is het nut om alle onvrijwillige zorg die wij hebben ingezet
ook nog eens naar de IGJ op te sturen ter controle?
Ten eerste wordt hier onnodig een extra beslag op onze schaarse
zorgprofessionals gelegd. Alsof we niet genoeg te doen hebben. Ten tweede
straalt hier een sterk wantrouwen uit alsof onze collega’s er plezier aan
beleven om direct de zwaarste middelen in te zetten en onze kwetsbare bewoners
het liefst de hele dag vastbinden. Dank voor dit vertrouwen!
In de praktijk
Maar goed, de Wzd is dus sinds 1 januari een feit en we zullen het er mee moeten doen. Zoals altijd wordt er gezegd dat we een overgangsjaar hebben en dat we gaan leren hoe het in de praktijk werkt en als er nog wat moet worden aangepast, dan doen we dat. Nou, dat blijkt toch anders te lopen.
Zo werd ik deze week door onze specialisten ouderengeneeskunde gebeld en die maakten zich grote zorgen over een bewoner van ons met de ziekte van Huntington. De ziekte van Huntington is een erfelijke, progressieve hersenaandoening. Mensen met Huntington krijgen te maken met ernstige motorische symptomen, met verstandelijke achteruitgang en met psychiatrische problemen. In deze casus betrof het een dame zonder ziekte-inzicht, met verslavingsproblematiek en kans op suïcide. Onvrijwillige zorg is hier echt nodig om haar tegen zichzelf te beschermen. Om deze interventies (onvrijwillige zorg) rechtmatig te kunnen toepassen vragen onze collega’s voor deze bewoner een zogenaamde inbewaringstelling (IBS) aan maar die wordt door de rechter afgewezen. Dit met de argumentatie dat de huidige wetgeving formeel nog niet is aangepast om ook voor deze patiëntenpopulatie een IBS af te geven. Dus geen zorginhoudelijke afwijzing maar een juridische afwijzing, terwijl de rechter wist dat er een wetswijziging in de maak is om deze omissie op te heffen.
Het is van uiterst belang om de bewoner op onze gespecialiseerde Huntingtonafdeling te houden, omdat daar de best passende zorg mogelijk is voor deze complexe problematiek, maar dan is onvrijwillige zorg wel noodzakelijk. Mijn collega’s vroegen mij wat nu te doen want er is nu geen IBS afgegeven terwijl de veiligheid van deze bewoner in het geding is. Dat was natuurlijk geen moeilijke beslissing. Onze prioriteit ligt immers altijd bij de veiligheid voor onze client dus: vraag in plaats van de rechter, maar aan haar echtgenoot expliciet toestemming om bepaalde interventies te starten en laten wij zo spoedig mogelijk onze verantwoordelijkheid nemen voor deze kwetsbare cliënt die aan ons is toevertrouwd.
Calamiteit melden?
Tja, ik heb nog even met de gedachte gespeelt om een melding van een calamiteit bij de IGJ te doen. Want wat nou als wij ons wel keurig aan de wet hadden gehouden en deze bewoner had vervolgens zichzelf iets aangedaan? Ja, dan had ik het zeker als calamiteit moeten melden want de schade aan de patiënt zou met een IBS wellicht te voorkomen zijn geweest. Benieuwd of de IGJ dan de minister zou vragen om een prisma-analyse uit te voeren. Een prisma-analyse voor de wijze waarop de Wzd is opgesteld en ingevoerd.
Enfin, we gaan de onvrijwillige zorg nu zo spoedig mogelijk inzetten, dus die calamiteit hoef ik waarschijnlijk niet te melden. Wat echter de juridische consequenties zullen zijn voor ons onrechtmatig handelen weet ik niet. Ik hoop op het beste. Het helpt in ieder geval wel om het van je af te schrijven. Ik kan het u aanraden.
Voorzitter raad van bestuur Stichting Land van Horne