In april schreef ik een warm pleidooi om het onderscheid tussen verblijf met en verblijf zonder behandeling te laten vervallen. Inmiddels heeft Zorginstituut Nederland een bijgesteld (concept)adviesrapport gepubliceerd rondom behandeling.
In dit rapport adviseert het Zorginsituut om alle zzp-plaatsen en VPT-geclusterde plaatsen inclusief behandeling te maken en daarmee het onderscheid tussen verblijf met en verblijf zonder behandeling te laten vervallen. Tevens wordt geadviseerd om de farmaceutische zorg in deze gevallen in de Wlz onder te brengen. Over de argumenten die daarbij worden gehanteerd schreef ik in mijn vorige blog.
Extramurale behandeling
Met dit adviesrapport wordt mijn pleidooi om het bovengenoemde onderscheid te laten vervallen wederom ondersteund. Weliswaar is vanaf 2017 de mogelijkheid gecreëerd om bovenop een plaats exclusief behandeling extramurale behandeling te declareren, zorgkantoren gaan doorgaans terughoudend met deze mogelijkheid om en het biedt ook lang niet in alle gevallen uitkomst. Bovendien is sprake van afhankelijkheid van het beschikbare regiobudget van het zorgkantoor.
Ook moet om van deze mogelijkheid gebruik te kunnen maken een machtiging voor de cliënt worden aangevraagd. Deze machtiging wordt doorgaans voor 3 of 6 maanden afgegeven. Hierdoor is er nog steeds sprake van een ongelijkheid tussen cliënten die met een zelfde indicatie verblijven op een plaats met of zonder behandeling. Deze ongelijkheid komt ook naar boven bij onder meer tandheelkundige en farmaceutische zorg.
Budget overhevelen
Indien het adviesrapport door VWS wordt overgenomen, moet er budget vanuit de Zvw worden overgeheveld naar de Wlz. Het bedrag wat met deze overheveling gepaard gaat, zal door de NZA moeten worden berekend. Tevens zal de NZA een moeten berekenen welk bedrag er extra nodig is, omdat de aanspraak verruimd wordt.
Het verdient de voorkeur dat de politiek op korte termijn een besluit neemt ten aanzien van het rapport dat nu voorligt. In 2019 komt er immers een herijking van de zzp- en VPT-tarieven binnen de Wlz. Deze herijking vindt plaats op basis van een kostprijsonderzoek van de NZA dat in september of oktober dit jaar gaat plaatsvinden. De tarieven voor 2019 zullen vervolgens medio 2018 door de NZA gepubliceerd worden. Het verdient de voorkeur om in de tarieven voor 2019 de uitkomst van de discussie rondom behandeling binnen de Wlz mee te nemen.
Wederom besluit ik mijn blog met de woorden: de politiek is aan zet.
Senior adviseur raad van bestuur bij Middin en algemeen bestuurslid binnen HEAD, de vereniging van zorgfinancials