In 2020 werd bij 115.000 patiënten kanker vastgesteld, dat zijn vierduizend minder dan het jaar daarvoor. Nog nooit eerder werd een daling geconstateerd. De afname is te zien bij de meeste soorten kanker, maar is het grootst bij borstkanker, darmkanker en prostaatkanker.
De daling is veroorzaakt door de coronacrisis, die zorgde voor uitstel van (huis-)artsbezoek, het tijdelijk stopzetten van de bevolkingsonderzoeken en het afschalen van de zorg. In maart, april en met mei zijn er bijna een kwart minder kankerdiagnoses gesteld dan gebruikelijk. Deels is dat later in het jaar, toen de reguliere zorg weer op gang kwam, ingehaald. Toch is de eindstand een daling van 3,5 procent.
Gevolgen van vertraagde diagnoses
Wat de impact van de vertraagde diagnoses precies is, valt volgens IKNL moeilijk in te schatten. Vertraging in diagnoses kan leiden tot een toename van tumoren met een hoog stadium. Wat dat betekent voor de behandelingen, kwaliteit van leven en overlevingskansen van de patiënten, gaat IKNL nader onderzoeken. Dat gebeurt in samenwerking met pathologiedatabase PALGA en DHD (zorg voor data) en in afstemming met de Taskforce Oncologie en de NZa.