Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie voor Universitair Medische Centra (NFU) vroegen dit voorjaar de ACM om zich uit te spreken over de financiële steun. De afspraken die de partijen daarover hadden gemaakt zijn bedoeld om ingrijpende gevolgen van de coronapandemie te voorkomen. De ACM had specifiek aandacht voor de afspraken over inhaalzorg en dure geneesmiddelen.
Afspraken beperken mededinging
Een gezamenlijke afspraak tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen over de vergoeding van zorgkosten beperkt wel degelijk de mededinging, stelt de ACM. Maar de afspraak over de vergoeding van zorgkosten door corona en de kosten van uitval van zorg is noodzakelijk om de continuïteit van het zorgaanbod te borgen. Dat weegt in de ogen van de ACM zwaar mee. Bovendien gaat het om tijdelijke afspraken, waarbij rekening is gehouden met de waarschuwing van de ACM om de afspraken zoveel mogelijk te beperken en de prikkels om doelmatig in te kopen indien mogelijk in stand te houden.
Noodzakelijke zekerheid
“Ziekenhuizen moeten zich op de behandeling van patiënten kunnen blijven richten, zonder zich grote zorgen te hoeven maken over de impact van de coronacrisis op hun continuïteit van zorg”, zegt Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de ACM. “Ook voor 2021 kan worden afgesproken dat een ziekenhuis niet individueel hoeft te onderhandelen met verschillende zorgverzekeraars, maar in één keer vooraf de noodzakelijke financiële zekerheid krijgt. Zonder deze afspraak bestaat het risico dat de continuïteit van het zorgaanbod in gevaar zou komen en zorgverzekeraars nu en in de toekomst niet aan hun zorgplicht kunnen voldoen.”
De ACM waarschuwt er in een toelichting nog voor dat de ziekenhuizen en zorgverzekeraars geen afspraken mogen maken die andere zorgaanbieders, zoals zelfstandige behandelcentra (ZBC’s), uitsluiten.