Veel was onduidelijk in het begin van de crisis, stelt de Rekenkamer. Het virus greep niet overal in het land even sterk om zich heen en er was op landelijk niveau geen inzicht in de capaciteit en voorraden van de laboratoria. “Het gaat om bedrijfsgevoelige informatie van private partijen en maakt geen onderdeel uit van het opschalingsplan dat het RIVM bij omvangrijke epidemieën hanteert.” Het kostte tijd om dat overzicht te krijgen.
Niet alle capaciteit benut
Toch concludeert de Rekenkamer dat niet alle capaciteit is benut. Dat komt onder meer doordat er geen rekening werd gehouden met regionale verschillen, doelgroepen zich minder lieten testen dan verwacht en de reguliere vraag naar testen onverwacht snel terugviel, waardoor er meer capaciteit vrijkwam. Daar komt bij dat de vrees bestond dat de voorraad helemaal op zou raken. Daardoor zijn GGD’en en zorginstellingen “mogelijk terughoudender in het testen van zorgmedewerkers dan conform het landelijk beleid nodig was”.
Maar hoeveel meer er getest had kunnen worden, blijft onduidelijk. “Het is niet precies te becijferen hoeveel extra personen er getest hadden kunnen worden.” Afgaand op de cijfers en grafieken uit het rapport van de Rekenkamer, lijkt het aantal onbenutte tests per dag ergens tussen de 10.000 en 15.000 te hebben gelegen. (ANP)