De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) en de Federatie van Medisch Specialisten (FMS) willen aanpassing van het tuchtrecht. Volgens beide artsenverenigingen zijn het te vaak toevallige omstandigheden die bepalen of een klacht tot een tuchtzaak leidt. Ook biedt het tuchtrecht te veel ruimte voor weinig steekhoudende klachten. Scherpere schifting vooraf moet uitkomst brengen.
//
“Het is bijna domme pech als een zorgverlener voor de tuchtrechter moet komen”, aldus LHV-voorzitter Ella Kalsbeek tijdens de thema-avond ‘Bouwen aan Vertrouwen’ die op 10 april in aanwezigheid van vele kopstukken uit de zorgsector in Utrecht werd gehouden. “Het heeft namelijk heel weinig te maken met de ernst of omvang van de fout, maar vooral met het vermogen van de arts om zich te verhouden tot de patiënt. Als de patiënt zegt: nu ga ik aangifte doen, dan gebeurt dat dus. Dat recht heeft de patiënt, ook al is dat recht soms eerlijk gezegd onredelijk.”
Kramp
“Natuurlijk moet er tuchtrecht zijn, laat daar geen enkele discussie over zijn, maar als je ziet welke impact een tuchtzaak heeft…”, aldus Huib Cense, vicevoorzitter FMS en chirurg. “Het kost ongelooflijk veel tijd, geld en negatieve energie. Ik zie daar heel veel ernstig gefrustreerde collega’s. Zodra het tuchtrecht erbij komt, schiet de dokter in de kramp. Dan antwoord je als arts niet zelf meer, maar dan gaat een advocaat voor je antwoorden en ben je uren en uren kwijt aan dossiervorming.”
Schifting
De frustratie wordt volgens Cense mede ingegeven door het feit dat de tuchtrechter zich vaak over klachten moet buigen “waarvan je op voorhand kunt inschatten dat ze niet gegrond of zelfs onredelijk zijn”. In dit verband pleit Kalsbeek voor een betere schifting van klachten. “We moeten echt kijken of de checks en balances wel goed zijn ingeregeld.”
Geen gesprek
Dat er een element van toeval in het tuchtrecht zit, wordt door Heleen Post van de Patiëntenfederatie erkend, maar volgens haar hebben zorgverleners de gang naar de tuchtrechter vaak aan zichzelf te danken. “Zaken komen voor de tuchtrechter omdat zorgverleners verkrampt reageren op klachten”, aldus Post. “Geen gesprek aangaan, geen fouten willen erkennen, geen excuses maken, het zijn evenzoveel redenen waarom een patiënt zover doorzet dat hij naar de tuchtrechter gaat. Want het is wel een enorme weg om een zaak aan de tuchtrechter voor te leggen.”
Negatief effect
Hoe belastend zorgverleners op hun beurt tuchtzaken ervaren, blijkt uit onderzoek van Nivel. Een derde tot de helft van de zorgverleners die van de tuchtrechter een waarschuwing, berisping of geldboete opgelegd krijgt overweegt te stoppen met werken, meldde Nivel in 2017. In 2018 constateerde Nivel dat tuchtzaken ook een negatief effect op de gezondheid en het functioneren van artsen hebben. Het is vooral openbaarmaking van een tuchtuitspraak die de procedure extra belastend maakt. Ook voelen artsen zich tijdens een tuchtzaak vaak aangevallen, gecriminaliseerd, machteloos en boos.
Beroepsverbod
Door de recente aanscherping van het tuchtrecht zal de druk rond tuchtzaken vermoedelijk alleen maar toenemen. Sinds 1 april kan de tuchtrechter naast de al bestaande sancties ook een beroepsverbod opleggen aan zorgverleners in de individuele gezondheidszorg. Uit de laatst bekende jaarcijfers van de gezamenlijke tuchtcolleges blijkt dat ze spaarzaam zijn met opleggen van sancties. Van de bijna 1700 klachten die er in 2017 bij de tuchtcolleges binnen kwamen, leidden er 550 tot een beroepszaak. Dit mondde weer uit in 186 waarschuwingen, 75 berispingen, 20 schorsingen en 22 doorhalingen. De tuchtcolleges merken op dat nog geen half procent van zorgverleners met een klacht te maken krijgt.