De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein, uiten zich tegen het rapport van het Centraal Planbureau (CPB) over beschermd wonen. Door verbetering van de ambulante zorg zijn er volgens de verenigingen voldoende plekken voor in de eigen regio.
De reden van het onderzoek van CPB is de voorgenomen doordecentralisatie van het budget voor beschermd wonen naar alle gemeenten met ingang van 2022. Het CPB concludeerde dat cliënten met psychische problemen minder makkelijk terecht komen in een beschermde woonomgeving als die zich buiten hun eigen regio bevindt. Oorzaak daarvan zou de decentralisering van beschermd wonen van het Rijk naar de gemeenten en de daarbij behorende bekostiging zijn.
Verantwoordelijkheid
Centrumgemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor beschermd wonen en zoeken volgens de VNG en Divosa meestal een passende, vaak ambulante, oplossing binnen hun eigen regio. Toen het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalde waar iemand terecht kwam, werd volgens de partijen minder gelet op iemands herkomstgemeente.
De VNG en Divosa pleiten ervoor om de budgetten voor beschermd wonen in 2022 te verdelen over alle gemeenten. “Alleen dan kunnen alle gemeenten hun ambulante ondersteuningsaanbod vernieuwen en verbeteren, wordt preventie gestimuleerd en blijven voorzieningen voor beschermd wonen beschikbaar voor inwoners die het echt nodig hebben.”
Betere zorg bij mensen thuis
Volgens de VNG en Divosa is een van de doelen van de doordecentralisatie van beschermd wonen naar alle gemeenten dat meer mensen binnen de eigen regio hulp krijgen. “Betere zorg bij mensen thuis voorkomt dat zij een beroep moeten doen op het veel duurdere beschermd wonen. Deze ontwikkeling sluit aan op het advies van de commissie Dannenberg”, schrijven ze. De toewijzing van beschikbare woonruimte is volgens VNG en Divosa ingrijpend veranderd, ‘waardoor mensen eveneens vaker binnen hun eigen regio kunnen worden opgevangen’.