beeld: Andrii Yalanskyi / stock.adobe.com
Deze zomer werd bekend dat ACM de brancheorganisaties in de zorg aan banden wil leggen. Ze zouden teveel informatie delen met leden. Met name over tarieven, prijzen, OVA-ruimte en over de onderhandelingen met onder meer zorgverzekeraars en bonden. Dat zou concurrentie tegenwerken, vindt de mededingingsautoriteit.
NVZ schrijft ACM dat ze te strak het mededingingsrecht toepast op de zorg, terwijl dit “toch echt een andere sector is” vergeleken met de rest van de economie. Als belangrijk voorbeeld noemt de brancheorganisatie van ziekenhuizen de stelling van ACM over IZA: “Het geeft geen pas dat ACM poneert dat de afspraken over doorvertaling van de loon- en prijsbijstelling strijdig zijn met het kartelverbod. Als ACM bij deze uitlating zou blijven, zou dit verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de rechtsgeldigheid van IZA.”
ACM mist visie over IZA
NVZ “mist een visie” van ACM hoe het mededingingstoezicht zich verhoudt tot IZA. ACM zou het zorgakkoord juist moeten “omarmen vanuit de noodzaak impactvolle transformaties in hoog tempo te kunnen oppakken”. Echter, waar de zorgsector zichzelf aan het vernieuwen is, “blijft het mededingingsrecht opvallend achter”. IZA raakt hierdoor volgens de brief “verstrikt in de mededingingsregels en verdere administratieve rompslomp”.
Voorzitter Ad Melkert: “Kern van IZA is dat intensieve samenwerking tussen zorgorganisaties wordt aangejaagd. Dit moet terugkomen in de manier waarop de ACM toezicht houdt: mededingingsregels gebaseerd op samenwerking. Met het belang van patiënten en zorgprofessionals voorop.” ACM moet zich realiseren dat er in de zorg geen sprake is van gewone maar van gereguleerde marktwerking, schrijft Melkert: “De leidraad staat daarom op cruciale punten op gespannen voet met letter en geest van IZA.”
Marktwerking is ingekaderd
NVZ wijst erop dat de marktwerking in de zorg al door vele wetten is ingekaderd. Zo moet deze sector voldoen aan de Wet marktordening gezondheidszorg, Zorgverzekeringswet, Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, Wet toetreding zorgaanbieders, Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst.
NVZ vindt dat sowieso geen sprake kan zijn van marktwerking, omdat de zorgsector zich met allerlei afspraken heeft gecommitteerd aan bijvoorbeeld de groei van de zorguitgaven, zowel in volume als prijs: “De facto is de manoeuvreerruimte van zorgpartijen om daarvan af te wijken beperkt”, staat in de brief: “Als slot op de deur is in de Wet marktordening gezondheidszorg het macrobeheersinstrument opgenomen.”
Betaalbaarheid geborgd
Bij overschrijdingen van dat macrokader kan VWS eventueel NZa opdracht geven overschrijdingen ongedaan te maken door zorgaanbieders te verplichten een bedrag te storten in het Zorgverzekeringsfonds. “Hiermee is op macroniveau de betaalbaarheid van zorg voor patiënten, verzekerden en burgers geborgd”, schrijft NVZ aan ACM.
“Dit moet onvermijdelijk gevolgen hebben voor de wijze waarop ACM via de Mededingingswet toezicht houdt op de zorgsector. Het mededingingsrecht is bij uitstek context-afhankelijk. Een visie van ACM op de context van het IZA ontbreekt echter, met de aantekening dat het uitgangspunt onderschreven wordt dat het grootste deel van de zorg concurrentieel wordt ingekocht en op individuele basis wordt onderhandeld en gecontracteerd.”
Geen jurisprudentie
NVZ wijst erop dat ACM nergens in haar leidraad voorbeelden uit de beschikkingenpraktijk of jurisprudentie aanhaalt ter onderbouwing van haar geboden en verboden, “terwijl de toepassing van het mededingingsrecht altijd casus-afhankelijk is”. De vereniging attendeert de autoriteit erop dat de afspraken in IZA tot stand zijn gekomen met de drie disciplinerende krachten van het zorgstelsel: patiënt/verzekerde, zorgaanbieder en zorginkoper: “In eerdere uitingen heeft ACM aangegeven dat zij zich graag werkloos laat maken als deze driehoek gaat werken.”
NVZ vindt het vreemd dat een branchevereniging haar leden niet mag informeren over een collectieve afspraak: “Dat is een normaal onderdeel van belangenbehartiging.” Ook moet een branchevereniging kunnen uitleggen aan leden wat wel en niet onder het OVA-percentage valt: “Het gaat hierbij om een technische uitleg.”
Onevenredige risico’s
Hetzelfde onbegrip geldt voor de weerstand bij ACM om voor- en nadelen van bepaalde contracten te duiden: “Sommige contractvormen gaan gepaard met onevenredige risico’s voor een ziekenhuis, waarbij mogelijk de zorgcontinuïteit in gevaar kan komen. Dat is noch in het belang van onze leden, noch dat van patiënten.” NVZ zou in de toekomst ook niet meer mogen aangeven dat ziekenhuizen bij zorgverzekeraars kunnen vragen max-max-tarieven te hanteren. “Dat is geen advies, maar een feitelijke constatering.”
Tristan Staas
Heel bijzonder, de ACM staat al jaren toe dat zorgverzekeraars onderling prijsafspraken maken en reageert niet op onderbouwde meldingen daarvan, maar zorgverleners mogen er niet eens onderling over communiceren.
Dit heet “marktwerking in de zorg”!