Door Sigrid Starremans
Als verschillende partijen samenwerken in een netwerk, dan gaan ze ervan uit dat de samenwerking een meerwaarde heeft die de creatieve capaciteit vergroot. Maar vaker dan je zou willen, is dat niet het geval, weet Rosi Dhaenens, strategisch procesadviseur. “Dan gaat het bijvoorbeeld om samenwerkingen waar je op leegloopt en geen plezier aan beleeft. Of waarbij je merkt dat je eigenlijk slechter af bent dan wanneer je het alleen had gedaan.”
Weinig aandacht voor het proces
Op het Skipr-congres in juni vertelt Dhaenens in een presentatie hoe je stroeve samenwerkingen weer kunt laten stromen. Ze zal onder meer refereren aan concrete voorbeelden uit haar eigen praktijk.
Waarom loopt de samenwerking in een netwerk vaak niet?‘ “Samenwerkingen met meerdere partijen zijn vaak erg inhoudelijk gedreven” licht Dhaenens toe. “Partijen komen bij elkaar omdat ze iets willen bereiken, niet per se omdat ze elkaar mogen. Wat je ook vaak ziet, is dat partijen niet volledig toegewijd zijn aan dat ene thema omdat er zoveel onderwerpen zijn waar ze zich mee bezighouden. Door de ervaren tijdsdruk wordt er te weinig aandacht besteed aan het proces. Mensen denken dan: dat komt vanzelf wel goed. Maar dat is niet zo.”
Niet-handelen
Dat de situatie niet verbetert, ligt meestal aan het niet-handelen van mensen, meent Dhaenens. “Zie en erken dat het niet werkt en stel het aan de orde” is haar eerste dringende advies. Waarom dat niet gebeurt? “Soms is dat omdat er geen zichtbare conflicten zijn” vervolgt ze. “Of omdat mensen denken: misschien maak ik slapende honden wakker. Of: daar zit niemand op te wachten, misschien ben ik wel de enige die zich hier zo voelt.”
Kwalitatief gesprek
Om het gesprek hierover te openen, moet je wat lef hebben, erkent Dhaenens. “En iedereen vindt zichzelf niet de juiste persoon hiervoor. Maar realiseer je dat niemand in zo’n netwerk echt het mandaat heeft om dit soort problemen aan de kaak te stellen.”
Ze haalt een voorbeeld aan uit haar eigen praktijk waarin het probleem wel op tafel werd gelegd. Toen bleek dat mensen voor zichzelf allerlei ezelsbruggetjes hadden bedacht om vat te krijgen op de samenwerking en de verhalen die er werden verteld. “Kijk en dan heb je een kwalitatief gesprek. En dan zie je ook dat er wel energie en betrokkenheid is, alleen dat die niet gebruikt wordt. En dat is ongelooflijk zonde.”
Schade
De schade van het laten doorlopen van stroeve samenwerkingen is groot, vindt Dhaenens. “Dan heb ik het over het verlies aan energie, tijd en lol. En vrijwel altijd is het eindresultaat suboptimaal, als dat er al komt. Bovendien: je ervaring in de ene samenwerking, is de input voor de volgende. Zo zag ik iemand fel opereren in een groep, terwijl anderen niet snapten waarom degene zich zo gedroeg. Het was een reactie, een overcompensatie voor slechte ervaringen in de vorige samenwerking .”
Meer informatie over het Skipr congres Grip op gedoe bij samenwerken in netwerken is hier te vinden
