Het lukt de beroepsgroepen nog niet om te komen tot regionale samenwerking in de geboortezorg. Hoewel een eerdere ‘ruzie’ is bijgelegd, blijft het problematisch om tot een visie te komen hoe de integrale geboortezorg eruit komt te zien.
VWS-ambtenaren zijn samen met College Perinatale Zorg (CPZ) in gesprek gegaan met de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie (NVOG) en de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) om de afstemmingsproblemen te helpen oplossen. Afgesproken is dat het CPZ het voortouw neemt. Het CPZ komt binnenkort met een rapportage over de samenwerking in de geboortezorg. Dat schrijft minister Schippers in een brief aan de Kamer waarin ze antwoord op vragen van Kamerlid Wolbert over ruzie binnen de perinatale zorg.
Integrale aanpak
In de brief wordt duidelijk dat de KNOV dwarsligt. Zo heeft de beroepsvereniging haar leden opgeroepen om vooral de zelfstandige rol van de verloskundige als zorgverlener en poortwachter te beschermen. Schippers keurt dit af en noemt het contraproductief. “Ik vind een oproep om ‘oude’ posities te beschermen niet passen bij het streven om te komen tot integrale geboortezorg. Ik keur een dergelijke oproep dan ook af. Het moet in de zorg niet gaan over het beschermen van posities, het moet gaan over het geven van de juiste zorg op het juiste moment aan de juiste patiënt/cliënt.” Ook schrijft ze “Ik vind dat de partijen die zich verbonden hebben aan het CPZ ook de verplichting hebben hun achterbannen te stimuleren naar die integrale aanpak van de geboortezorg. Het domeindenken hoort voorbij te zijn. Belangrijkste punt waar partijen naar mijn idee aan moeten werken is het gebrek aan onderling vertrouwen.”
Landelijke zorgstandaard
De minister maakt verder kenbaar dat ze samen met het CPZ en de zorgverzekeraars wil nagaan hoe de regio’s beter gefaciliteerd kunnen worden om tot gezamenlijk gedragen regionale geboortezorgprogramma’s te komen. “Wat de regio’s in ieder geval zal helpen is dat het CPZ verwacht in de tweede helft van 2014 de eerste versie van de landelijke zorgstandaard geboortezorg te kunnen vaststellen. Deze landelijke zorgstandaard dient in elke regio vertaald te worden naar een regionaal geboortezorgprogramma”, aldus de minister.