De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is nog altijd ontevreden over de werkwijze van het Centraal Administratiekantoor (CAK). De NZa noemt het ‘zorgelijk’ dat het betalingsorgaan voor de zorg niet in staat is gebleken haar interne processen op orde te krijgen. Een gebrekkige financiële administratie leidde in 2017 onder meer tot onzekerheden over de rechtmatigheid van geïnde eigen bijdragen.
Het CAK heeft een spilfunctie in de zorg. Het is een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan en stelt onder meer de eigen bijdragen vast die mensen moeten betalen voor zorg die zij krijgen onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Het CAK int die eigen bijdragen ook. Daarnaast betaalt de organisatie namens de zorgkantoren aanbieders die langdurige zorg geleverd hebben. Het is van groot belang dat de cliënten een juiste eigen bijdrage betalen en niet achteraf geconfronteerd worden met correcties, stelt de NZa, die toezicht houdt op het CAK.
Uit de verantwoordingsdocumenten over 2017, die het CAK in september indiende bij de NZa, blijkt echter dat het betalingsorgaan de verantwoordingsprocessen voor het innen van de eigen bijdrage niet op orde heeft. De situatie is onvoldoende verbeterd ten opzichte van de situatie in 2016, constateert de zorgwaakhond, toen het CAK onvoldoende ‘in control’ bleek wat betreft de interne processen en de financiële verantwoording hierover. Inmiddels zijn er volgens de NZa nieuwe verbeterpunten en onzekerheden bijgekomen.
Eigen bijdragen
Zo bestaan door een gebrekkige administratie over 2017 nog onzekerheden rondom de opgelegde eigen bijdragen. “Zorgelijk is dat het CAK op dit moment niet kan aantonen welk effect dit kan hebben op de facturatie richting de cliënt”, schrijft de NZa in haar toezichtrapport. Met andere woorden, onduidelijk is of de cliënt de juiste bijdrage heeft betaald of een naheffing kan verwachten. “Ook is gebleken dat sprake is van onvolkomenheden bij ketenpartijen die gegevens moeten aanleveren voor de oplegging van de eigen bijdragen. Er is onvoldoende afstemming over de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de aangeleverde gegevens tussen het CAK en ketenpartijen”, aldus de NZa.
De raad van bestuur van het CAK onderkent de noodzaak tot verbetering en is al verschillende verbetertrajecten gestart. Maar er is volgens de NZa nog onvoldoende voortgang gerealiseerd door het CAK om ‘in control’ te komen. Het ontbreekt bij het CAK nog altijd aan een sluitende financiële administratie, constateert de NZa. Het ontbreken van noodzakelijke verantwoordingsgegevens zorgde in 2017 onder meer voor onzekerheden over de rechtmatigheid van de afdracht van eigen bijdragen, zo valt in het rapport te lezen. Dit resulteerde in accountantsverklaringen met beperking of een oordeelonthouding.
CFO
In een reactie laat het CAK weten de gerapporteerde bevindingen “zeer serieus” te nemen en zich ervan bewust te zijn dat verbetering noodzakelijk is. Het is volgens het CAK echter een complexe opgave om alle problemen op te lossen. “Daarvoor is een langere doorlooptijd benodigd”, zegt CAK-woordvoerder Harriët Nipperus. “Om de interne processen op orde te krijgen zijn al verschillende stappen gezet. Maar nog niet alle resultaten daarvan waren al in 2017 zichtbaar.” Zo zijn onder meer wijzigingen in de organisatie- en de governancestructuur doorgevoerd. Het CAK ging van een eenhoofdig naar een driehoofdig bestuur, waarin ook een chief financial officer (CFO) zitting heeft. “Die gaat onder meer zorgen voor versterking van de controles op de financiële stromen”, zegt Nipperus. “Dat hele proces moet planmatiger gebeuren, met meerdere checks.”
De NZa legt het CAK in het rapport tal van verbeterpunten op. “Wij realiseren ons dat het doorvoeren van structurele verbeteringen een aantal jaar kan duren”, schrijft de NZa. “Daarom volgen wij de verbeterplannen op de voet en monitoren wij of het CAK genoeg vaart maakt bij het doorvoeren van verbeteringen.” De NZa verwacht van het CAK dat zij in een realistische tijdsplanning duidelijk maakt hoe het de problemen op wil lossen. De NZa gaat in 2019 onderzoeken of de eigen bijdragen die cliënten moeten betalen wel juist en tijdig worden opgelegd. Minister Hugo de Jonge (VWS) laat in een brief aan de Tweede Kamer weten de ontwikkelingen bij het CAK ook nauwgezet te zullen volgen en hiertoe in overleg te zullen treden met het CAK en de NZa.
Reprimande
Door gebrek aan grip op de eigen interne processen heeft het CAK al jaren grote moeite met de uitvoering van haar taken. In oktober vorig jaar kwam de NZa met een hernieuwde reprimande. En minister Hugo de Jong van VWS besloot onlangs de termijn waarover het CAK geld kan terugvorderen te maximeren tot twaalf maanden, waar die grens eerder op 24 maanden lag. Het besluit betekent dat het CAK nog maar maximaal een jaar aan onterechte betalingen kan terughalen. Aanleiding was de affaire rond een 93-jarige Bredase die een terugvordering kreeg van het CAK van 20 duizend euro, omdat ze een aantal jaren een te lage eigen bijdrage had betaald voor haar verzorgingstehuis. Het CAK baseerde die bijdrage op de aanname dat haar man nog leefde, terwijl hij al in 2003 was overleden. Dit was bij het CAK bekend, maar nooit in de administratie verwerkt.