Een maand geleden waarschuwde de NZa nog dat de instroom van ggz-cliënten in de Wlz volledig uit de klauwen loopt. De kosten zouden zo ver de pan uitrijzen dat de hele regeling opnieuw tegen het licht moest worden gehouden. Om echt grip te krijgen op de kosten, moet er iets gedaan worden aan de instroom. “De instroom is fors hoger dan verwacht (meer dan 50 procent). Dit roept de vraag op of alle cliënten die zijn ingestroomd de beoogde Wlz-cliënten zijn, en zo nee, of de toegangscriteria voldoende zijn toegespitst op en scherp zijn voor deze doelgroep”, stelde de NZa.
Herverdelingsmiddelen
In februari van dit jaar schreef de NZa aan VWS dat het budget voor dit jaar niet toereikend zou zijn. Minister Conny Helder voor Langdurige Zorg trok daarop de portemonnee en maakte 175 miljoen euro aan zogenoemde herverdelingsmiddelen beschikbaar. Van de herverdelingsgelden rest nu nog 125 miljoen euro, zo is te lezen in de brief van de NZa. Toenmalig minister van VWS Hugo de Jonge deed overigens in 2021 al 100 miljoen bovenop het budget.
Voor nu lijkt het erop dat VWS in 2022 toekan met het opgehoogde budget voor de langdurige zorg. “We verwachten nu dat het budgettair kader, inclusief deze toegekende herverdelingsmiddelen, voldoende zal zijn voor het vergoeden van de langdurige zorg in 2022”, aldus de NZa. “We verwachten niet dat extra herverdelingsgelden nodig zijn. Dit komt met name doordat de instroom van cliënten met een indicatie voor ggz-wonen recent licht is afgenomen.”
Corona
De NZa benadrukt nu, net als in februari, dat de prognose onzekerheden kent. “Aangezien we nu verder in het jaar zitten en een steeds duidelijker beeld hebben van het financiële effect van de instroom van ggz-wonen cliënten, spelen minder onzekerheden dan in de februaribrief. Echter, voor de zorgvraag (inclusief ggz-wonen) blijft het onzeker hoe die zich in de rest van 2022 gaat ontwikkelen. Ook is de ontwikkeling van de corona-pandemie en de financiële impact hiervan een onzekerheid”, aldus de NZa.