De wet VBAR moet de houdbaarheid van het sociale zekerheidsstelsel verbeteren omdat er steeds meer zzp’ers bijkomen, maar de Raad stelt dat het beëindigen van het handhavingsmoratorium van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) per 1 januari 2025 waarschijnlijk meer bijdraagt aan het tegengaan van schijnzelfstandigheid. “Het wetsvoorstel VBAR codificeert vooral het geldende recht.”
De Raad van State, onafhankelijke adviseur van de regering, vraagt zich ook af in hoeverre het voorgestelde toetsingskader voor werken ‘in dienst van’ de beoordeling van arbeidsrelaties in de praktijk echt zal vereenvoudigen.
En als de Belastingdienst veel arbeidsrelaties als arbeidsovereenkomst gaat kwalificeren, kan dat grote gevolgen hebben voor ‘zzp’ers’ en werkgevers omdat pensioenpremies nog betaald moeten worden. De Raad wijst de regering op het gebrek aan een plan om deze risico’s te beheersen.
Definitie aanpassing
De wet VBAR is bedoeld om schijnzelfstandigheid van zzp’ers te voorkomen. De wettelijke definitie van de arbeidsovereenkomst wordt aangepast. Op die manier moet het onderscheid tussen werken als werknemer en als zelfstandige duidelijker worden.
Ook komt er een zogenoemd ‘civielrechtelijk rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst’. Dat betekent dat iemand die 33 euro of minder per uur verdient, sowieso wordt gezien als werknemer. Bij dit rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst verwacht de Raad niet meer dan een ‘beperkte betekenis in de praktijk’.
Veel reacties
Op het wetsvoorstel VBAR van voormalig minister van Sociale Zaken Karien van Gennip kwamen extreem veel opmerkingen – ruim 1100 – binnen tijdens de internetconsultatie. De wet werd daarop een jaar uitgesteld naar 1 januari 2026. De wet kan nog gewijzigd worden door de nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Eddy van Hijum (NSC). Dan kan het plan naar de Tweede en Eerste Kamer.
In het Hoofdlijnenakkoord van de coalitie PVV, VVD, BBB en NSC staat dat het plan om de schijnzelfstandigheid te beperken met de wet VBAR zal worden doorgezet. “We streven naar meer vaste contracten voor werknemers. Daartoe wordt de wetsbehandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden voortgezet.”
Lees op Zorgvisie achtergrondverhalen over zzp’ers in de zorg
Peter Koopman
Geweldig, we hebben nog een overheidsorgaan ( de RvS ) dat een wet op praktische werkzaamheid beoordeeld. Je kunt je afvragen waarom dit advies ons nu pas bereikt, daar waar bijvoorbeeld in de sector Zorg en de onderscheiden Zorgbranches daarbinnen, zich al volop in alarmfase 1 bevinden? Basis van de toenemende drive om ZZP als vorm te gebruiken zijn: 1. onderbetaling netto van oa verpleegkundigen ( oa loonkloof ) , 2. Toenemende werklast ( oa groei zorgvraag, schaarste personeel, veel deeltijdfuncties, ), 3. Afstandelijke roosterplanning ( weinig flexibiliteit, oproepdiensten, beschikbaarheid ), 4. Onvoldoende waardering voor deze beroepsuitoefening ( “zorg” is politiek onkostenpost en geen investering en beschaving ).