De vijf-minuten-registratie is misschien wel de grootste ergernis onder wijkverpleegkundigen, zo schrijft minister De Jonge. “De registratie leidt tot onnodige administratieve lasten, minder werkplezier en verspilling van waardevolle tijd. Tijd die wijkverpleegkundigen aan goede zorg voor hun patiënten willen en moeten besteden. Het is zaak over te stappen naar vertrouwen op de professionaliteit van de wijkverpleegkundige in plaats van vertrouwen op registraties.”
Kwart registreert met de hand
Het gebruik van de vijfminutenregistratie is één van de schrappunten uit het programma [Ont]Regel de Zorg. De NZa monitort de voorgang hiervan. De laatste monitors laten positieve ontwikkelingen zien, maar er zijn ook tekenen dat de belastende registratie hardnekkig is. Eind november 2019 bleek uit een peiling van beroepsvereniging nog dat 65 procent van de wijkverpleegkundigen per vijf minuten registreert. De zogenoemde Merkbaarheidsscan van afgelopen zomer laat zien dat 60 procent van de wijkverpleegkundigen voor de registratie van cliëntgebonden zorgverlening gebruik dat 10 procent op een geautomatiseerde manier per vijf minuten registreert en dat 26 procent nog handmatig per vijf minuten registreert.
Onderzoek naar knelpunten
“De uitkomsten van de monitoring laten de juiste beweging zien”, stelt minister De Jonge. “Maar we zijn er nog niet.” Kenniscentrum Vilans is daarom in opdracht van VWS gestart met een onderzoek naar de knelpunten die zorgorganisaties nog ervaren. “Op basis daarvan ontwikkel ik een ondersteuningsaanbod op maat, dat ingezet wordt in de organisaties die regeldruk rondom tijdregistratie nog (verder) gaan aanpakken. Ik zal hierbij de ervaringen van Vilans betrekken rondom de aanpak van regeldruk in deze sector. Ik bespreek met de HLA-partijen (partijen uit het hoofdlijnenakkoord, red.) hoe nog extra investeringen nodig zijn om de lokale beweging verder te brengen.”
Nieuwe bekostiging
De Kamer heeft de minister gevraagd of een nieuwe bekostiging voor de wijkverpleging kan helpen om de vijf-minuten-registratie verder uit te bannen. In de nieuwe bekostiging worden cliëntprofielen gebruikt om zorg in te kopen op basis van inhoud en kwaliteit van zorg in plaats van op het aantal uren zorg. Gecontracteerde zorgaanbieders en zorgverzekeraars maken tariefafspraken per cliëntprofiel per periode. “Beide trajecten kunnen elkaar versterken”, schrijft de minister. “Via het nieuwe experiment bekostiging per 2022 kunnen gecontracteerde zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken per uur, week of maand maken. Bij het gebruiken van week- of maandprestaties verdwijnt de productieprikkel en wordt het eenvoudiger om af te stappen van het registreren van het daadwerkelijk aantal geleverde uren zorg.”
De Jonge roept zorgaanbieders die nog gebruik maken van een niet geautomatiseerde vorm van minutenregistratie “met klem” op om zo snel mogelijk over te stappen. “En roep ik wijkverpleegkundigen die nog op een administratief belastende wijze per vijf minuten moeten registreren op om dit binnen de organisatie waar zij werken bespreekbaar te maken”, zo sluit hij af.