In 2021 kregen 124.000 mensen te horen dat ze kanker hadden, 11.000 meer dan in 2020 en 4000 meer dan in 2019. Gemiddeld stijgt het aantal diagnoses jaarlijks met 2000 gevallen, vanwege bevolkingstoename en het groeiend aandeel ouderen. In 2020 was het aantal kankerdiagnoses echter lager dan in 2019. Vanwege de coronacrisis stelden mensen bijvoorbeeld een bezoek aan de huisarts uit. Ook lagen de bevolkingsonderzoeken naar kanker in 2020 deels stil. Er was veel uitgestelde zorg vanwege de pandemie.
IKNL
Dat uitstellen van onderzoeken en dus diagnoses heeft er in het eerste coronajaar niet toe geleid dat mensen die later een diagnose kanker kregen, bijvoorbeeld uitzaaiingen hadden, aldus het IKNL. Er was wel een vrees dat mensen van wie het onderzoek bijvoorbeeld in de lente van 2020 was uitgesteld, later dat jaar alsnog een diagnose zouden krijgen met een gevorderd stadium van de ziekte.
Ernstige gevolgen
“Hoewel er op populatieniveau geen stijging te zien was in 2020, valt niet uit te sluiten dat een latere diagnose bij een relatief klein aantal patiënten wel ernstige gevolgen kan hebben gehad”, voegt het IKNL er wel aan toe. Ook is nog niet duidelijk wat het effect van het lage aantal diagnoses in 2020 is geweest in het jaar 2021 en later.
Borstkanker
Borstkanker werd in 2021 het vaakst vastgesteld. Vorig jaar kregen 15.700 mensen deze diagnose. Ook relatief veel mensen kregen te horen dat ze plaveiselcelcarcinoom van de huid (een vorm van huidkanker) hebben (14.900 mensen). Longkanker werd bij 14.700 mensen vastgesteld, prostaatkanker bij 13.700 mensen en 12.900 mensen kregen de diagnose darmkanker. Een derde van de nieuwe patiënten in 2021 was 75 jaar of ouder. In 6 procent van de gevallen was de patiënt jonger dan 45 jaar.
Corona
KWF Kankerbestrijding benadrukt het belang van een tijdige diagnose. De organisatie ziet op basis van de cijfers van IKNL “dat corona gelukkig minder impact heeft, dan zij dachten. Maar er zijn individuele gevallen, waarbij de diagnose wel te laat is gesteld en dat is heel heftig. Daarom blijft het belangrijk om mensen te stimuleren om bij klachten naar de huisarts te gaan en om in te gaan op de oproep van het bevolkingsonderzoek.” (ANP)