Dat blijkt uit cijfers van Vernet, een verzuimdatabedrijf en dochteronderneming van pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM.
In de cijfers zijn werknemer die in thuisquarantaine zaten of thuis wachten op de uitslag van een coronatest niet meegenomen. Het gaat om ziekenhuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en Verzorging, Verpleging en Thuiszorg. In totaal werken er circa 960 duizend mensen in deze vier sectoren. Dat betekent dat er in het vierde kwartaal 2021 dagelijks gemiddeld ongeveer 79 duizend werknemers niet inzetbaar waren.
Heel 2021
Het verzuimpercentage voor 2021 komt gemiddeld neer op 7,29. In 2020 was dit 6,83 procent. Daarmee is het verzuim gestegen met 6,7 procent in een jaar tijd. In het jaar 2001 was het verzuim 7,7 procent, daarmee ligt het huidig verzuim dus op een vergelijkbaar niveau als 20 jaar terug. Dit is nog voor de invoering van de wet Verlenging Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte (VLZ).
Langdurig verzuim
Het verzuim is in alle vier de duurklassen (kort, middel, lang, en extra lang) gestegen. De stijging is het grootst in de categorie langdurig verzuim. Het percentage verzuim in die categorie 92 tot 365 dagen is 3,3. Een jaar geleden was dit nog 2,98 procent, een stijging van bijna 11 procent.
VVT hoogste verzuim
In alle vier de zorgbranches: ziekenhuizen, verzorging, verpleging, thuiszorg (vvt), gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg is het verzuimpercentage gestegen ten opzichte van een jaar geleden. De VVT kampt met 8,4 procent in 2021 met het hoogste verzuim. Gevolgd door de gehandicaptenzorg en daarna ggz. Het ziekteverzuim in de ziekenhuizen is het laagst. Deze volgorde is ook al jaren hetzelfde.