Lizo Koppejan, Statenlid voor de ChristenUnie, vroeg in een commissievergadering welke gevolgen de sluiting van de poliklinieken heeft voor de bereikbaarheid van de zorg in Zeeland. De Statenfractie van PvdA-GroenLinks wil dat Gedeputeerde Staten al het mogelijke doen om te voorkomen dat de poliklinieken sluiten.
Toeristenseizoen
Carolien Bierens van de BBB wees erop dat in het toeristenseizoen twee keer zoveel mensen op Schouwen-Duiveland verblijven als daarbuiten en dat voor al die mensen medische zorg in de buurt beschikbaar moet zijn. VVD-commissielid Marianne Reinders zei dat moet worden voorkomen dat patiënten voor zorg uitwijken naar Goeree-Overflakkee of Bergen op Zoom, omdat ze niet in Zeeland terechtkunnen. “We moeten voorkomen dat we op een glijdend vlak terechtkomen.”
Concentratie in de zorg
Gedeputeerde Harry van der Maas (leefbaarheid) liet weten dat ook hij zich zorgen maakt over de bereikbaarheid van de zorg. Hij voegde eraan toe dat schaalvergroting en concentratie in de zorg soms nodig zijn, onder meer om voor voldoende bemensing te kunnen zorgen en omdat geregeld forse investeringen in machines moeten worden gedaan.
Geen wettelijk instrument
Van der Maas zei dat nog niet vaststaat dat de poliklinieken op Schouwen-Duiveland dichtgaan en dat het om een voorgenomen besluit gaat. “Wij hebben als provincie geen wettelijk instrument ten aanzien van ziekenhuiszorg. Maar het is wel belangrijk dat je gesprekken voert om te bekijken hoe we de zorg in een dunbevolkt gebied als Zeeland goed kunnen organiseren, zeker gezien de zorgen die nu leven op Schouwen-Duiveland.” Van der Maas zegde toe daarover in gesprek te gaan met het Adrz en de gemeente Schouwen-Duiveland. Hij praat de commissie in de volgende vergadering bij over de stand van zaken. (ANP)
hmcmanagement
Concentratie van zorgvoorzieningen vanwege het nastreven van optimale kwaliteit is een logische beleidsrichting maar het staat wel haaks op het voorzien van goede kwaliteit van zorgvoorzieningen in het Randland (lees, de delen van Nederland die dunbevolkt zijn en vaak ook in andere opzichten karig worden voorzien van elementaire levensbehoeften). Helemaal als wordt gedacht aan versobering van openbaar vervoer in het Randland versus de grotere vervoersbehoefte vanwege de steeds grotere geografische afstand tussen aanbod en vraag van voorzieningen. Het blijkt steeds weer, het Nederlandse overheidsbeleid heeft meer weg van dat van een handelsonderneming dan van een onderneming die gewend is aan investeren op lange termijn. Eeuwen geleden bouwden we leger en vloot af zodra er maar zicht was op vrede en anno heden is het niet veranderd. Maatregelen treffen we pas als het probleem levensgroot gebleken is. De slogan gouverner c’est prévoir is de Nederlandse overheid niet bekend althans onbemind.
Hans Hof, Profs4Zorg