Naar schatting verblijven in de Wlz ruim 1.400 bewoners met gerontopsychiatrische problematiek in verzorgings- en verpleeghuizen , terwijl zo’n 30 procent van de bewoners binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg te maken heeft met psychiatrische problematiek. Vanwege de complexe problematiek van deze beide doelgroepen is er specifieke en sectoroverstijgende expertise, van met name de ggz, nodig om goede zorg en ondersteuning te bieden, schrijft Trimbos.
De omvang van de doelgroepen is moeilijk in kaart te brengen, concludeert Trimbos. Bij de doelgroep mensen met gerontopsychiatrische problematiek (GP) heeft dit te maken met enerzijds de afbakening van de doelgroep – tot recent bestond er geen consensus over de doelgroepdefinitie. Anderzijds is gerontopsychiatrie geen diagnose, maar een stapeling van chronische psychiatrische problematiek en meervoudige ouderdomsproblematiek, wat de doelgroep heterogeen maakt.
Complexiteit
Bij de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek in woonvoorzieningen voor verstandelijk gehandicaptenzorg (VG) houdt dit voornamelijk verband met de complexiteit van psychiatrische diagnostiek en het up-to-date houden hiervan. Dit maakt dat er met betrekking tot de omvangbepaling enkel schattingen gemaakt kunnen worden.
Voor zowel de GP- als VG-doelgroep met psychiatrische problematiek, wordt bij de meerderheid van de instellingen het zorg-, ondersteunings- en activiteitenaanbod specifiek op de doelgroep afgestemd. Hier zijn echter nog verbeteringen in mogelijk, vinden de onderzoekers.
Zo wordt voor beide doelgroepen voldoende aanbod van specifieke vormen van therapie gemist en is er behoefte aan specifiek in psychiatrische problematiek geschoolde teams. Bewoners met GP-problematiek worden vaker overgeplaatst dan bewoners met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek. Voor beide doelgroepen geldt dat de meeste overplaatsingen intern of naar een andere V&V- of VG-instelling zijn.
Expertiseniveau
De helft van de respondenten van V&V-instellingen beoordeelde het aanwezige expertiseniveau op de locatie voor bewoners met GP problematiek als (ruim) voldoende. Expertise dient voornamelijk vergroot te worden op het gebied van de psychiatrie, bijvoorbeeld kennis over psychiatrische ziektebeelden en daaraan gekoppeld een passende bejegening.
Bij VG-instellingen oordeelde tweederde van de respondenten dat de eigen expertise met betrekking tot bewoners met psychiatrische problematiek (ruim) voldoende is. Voor de VG-doelgroep is er vooral behoefte aan meer kennis op het vlak van psychopathologie en farmacologie. Binnen beide respondentgroepen volgt driekwart van de medewerkers scholing en training over gerontopsychiatrie respectievelijk de combinatie verstandelijke beperking en psychische problematiek, vaak binnen de eigen organisatie. Gedrag en bejegening zijn vaak onderwerp van scholing.