De vergoeding vanuit de basisverzekering voor paramedische zorg zoals fysio- en oefentherapie, diëtetiek en ergotherapie, is momenteel beperkt. Omdat nu duidelijk lijkt dat sommige COVID-19-patiënten dergelijke zorgvormen langere tijd nodig zullen hebben voor hun herstel, onderzoekt het Zorginstituut of het noodzakelijk is om de bestaande vergoeding voor COVID-19-patiënten uit te breiden.
Vaccinatie
Het Zorginstituut werkt daarnaast aan een advies over de vergoeding van het pneumokokkenvaccin Pneumovax voor mensen die longschade hebben opgelopen door COVID-19. Dit advies volgt uit een eerder advies van de Gezondheidsraad om deze groep voorlopig toe te voegen aan de risicogroepen die op medische indicatie in aanmerking komen voor pneumokokkenvaccinatie. Voor risicogroepen geldt dat de vaccinatie wordt vergoed uit het basispakket.
Het Zorginstituut zal eerst de groep mensen die longschade hebben opgelopen door COVID-19 nader definiëren. Daarna wordt onderzocht of deze doelgroep voor vergoeding van het middel Pneumovax in aanmerking komt en zo ja, of hiervoor een (wettelijke) aanpassing in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) nodig is.
Zorg die onder de basisverzekering valt, moet voldoen aan de ‘stand van wetenschap en praktijk’. Dit betekent dat de effectiviteit op basis van wetenschappelijk onderzoek voldoende is bewezen. Omdat COVID-19 een nieuwe ziekte is, bestaat er tot dusverre weinig evidentie rond de klinische effectiviteit van geneesmiddelen of behandelingen.