Een bijna-thuis-huis is een hospicevorm waarin vrijwilligers in belangrijke mate verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken. Ze zorgen voor het verblijf en de ondersteuning van de terminale cliënt. Een externe thuiszorgorganisatie levert de verpleegkundige en verzorgende zorg, vergelijkbaar met de thuissituatie. Ongeveer de helft van alle hospices in Nederland zijn bijna-thuis-huizen.
‘’Wij maken ons zeer ernstige zorgen’’, zegt Carla Aalderink, directeur van VPTZ Nederland: “Doordat de thuiszorgorganisaties komend jaar fors minder uren verpleging en verzorging kunnen bieden, dreigen veel meer taken neergelegd te worden bij vrijwilligers. We horen verhalen van leden waarbij de zorginzet per 1 januari bijna gehalveerd wordt.”
Willoze gratis arbeidskrachten
Aalderink: “Zorgverzekeraars verwachten dat vrijwilligers dan maar allerlei extra taken op zich gaan nemen. Vrijwilligers doen echter al heel veel in de hospicezorg. Vrijwilligers zijn geen altijd beschikbare, zo maar inzetbare en willoze gratis arbeidskrachten. Dat lijken zorgverzekeraars gemakshalve nu wel te denken.’’
Dit jaar zijn bijna 11.000 vrijwilligers actief in hospices. Zij boden gezamenlijk bijna 1,5 miljoen uur ondersteuning. Aalderink: “Vrijwilligers heroverwegen of zij op deze manier, waarbij zij veel grotere verantwoordelijkheden krijgen, nog actief willen blijven in het hospice. Hierdoor komt de toekomst van hospices in gevaar. Terwijl uit onderzoek van adviesbureau Berenschot blijkt dat de capaciteit de komende jaren juist fors moet groeien.”
Wine te Meerman
Het aantal uren geleverde zorg per cliënt per maand / per jaar in de wijkverpleging daalt al jaren. Omdat terminale zorg vaak intensief is, zijn de gevolgen van minder wijkverpleging daar zeer tastbaar.
Enerzijds is dit een logische ontwikkeling omdat we te maken hebben met steeds meer ouderen die steeds ouder worden, terwijl de afgelopen jaren minder mensen voor een opleiding tot verzorgende of verpleegkundige kozen.
Tegelijkertijd lukt het de meeste zorgverzekeraars nog maar beperkt om een goede afweging te maken tussen financiering van wijkverpleging en financiering van ziekenhuizen. Een mogelijk gevolg is dat terminale cliënten steeds vaker in het ziekenhuis zullen overlijden i.p.v. thuis of in een hospice.
Dit is niet alleen onwenselijk omdat de meeste mensen bij voorkeur thuis of in een hospice overlijden, maar ook omdat overlijden in een ziekenhuis de maatschappij veelal meer geld kost dan overlijden in een hospice of thuis.
De zorgverzekeraars acteren hiermee “penny wise and pound foolish”.