Eindelijk zijn we zo ver dat we faillissementen in de zorgsector accepteren. Weliswaar nog met veel onbegrip, verwijten en emotie, maar de stemming is ten opzichte van 2008 fors gekanteld.
Dit komt mede ook door standvastigheid van verzekeraars, minister en NZa, zie ook het recente blog van Marian Kaljouw hier op Skipr.
2008
2008 was een belangrijk moment in de discussie met betrekking tot het failliet laten gaan van zorgaanbieders. Toen hadden de IJsselmeerziekenhuizen grote financiële problemen en moesten in ieders ogen worden gered. Een batterij aan betrokkenen (zo’n 20 mensen) onderhandelde toen over de wijze van de instandhouding van het ziekenhuis. Het failliet laten gaan van het ziekenhuis was geen optie.
Tijdens de onderhandelingen was er regelmatig contact tussen minister Ab Klink en zijn directeur-generaal Diane Monissen. Steeds kwam daaruit dat de minister niet naar de Tweede Kamer wilde om verantwoording af te leggen over een faillissement van een ziekenhuis. Onder die druk werd onderhandeld met drie partijen die het ziekenhuis wel wilden voortzetten. Dat heeft de overheid veel geld gekost: Loek Winter was alleen bereid het ziekenhuis te redden onder de voorwaarde dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) 18 miljoen Euro aan balanssteun zou geven. En zo geschiedde.
Nauwelijks gesaneerd
Ondergetekende was toen lid van de tijdelijk door de minister in het leven geroepen raad van toezicht die als taak had om het proces van voortzetting van het ziekenhuis te leiden. Ik heb toen mijn standpunt om het ziekenhuis in de vorm van een faillissement te gaan saneren niet onder stoelen of banken gestoken, maar dat werd niet erg op prijs gesteld. Het woord faillissement was gewoon te besmet.
Het resultaat van deze ellende was dat – mede door de balanssteun – het ziekenhuis in een ruime vorm kon worden voortgezet; er werd nauwelijks gesaneerd. Dat een ziekenhuisfunctie ook zonder 18 miljoen balanssteun kon worden behouden, werd – onder politieke druk – niet onderzocht. Mede door deze blunders is in die tijd niet voldoende gekeken naar wat de primaire ziekenhuisvorm in Lelystad zou kunnen inhouden. Ik ben mij ervan bewust dat ik er toen bijzat en dus ook daarvoor verantwoordelijk ben.
Vrijwel niemand had toen door dat Lelystad en omgeving een voldoende omvang had om een nader te omschrijven ziekenhuisfunctie in stand te houden, c.q. te ontwikkelen. Wat toen niet werd gezien, is nu voor veel meer betrokkenen helder: Lelystad kan een ziekenhuisfunctie behouden, maar in een aangepast concept.
Nu Jansdal uit Harderwijk meer dan belangstelling heeft voor een nieuw concept in Lelystad, wens ik hen alle goeds toe. Zij kunnen een cruciale rol spelen in de wijze waarop je vanuit een faillissement een nieuw ziekenhuisconcept kunt neerzetten. Faillissementen werken louterend (zie mijn blog d.d.30 juli 2013). Het heeft 10 dure jaren gekost voor betrokkenen leerden hoe met een faillissement om te gaan.
Verouderd Slotervaart
Eigenlijk is het faillissement van het Slotervaart Ziekenhuis niet anders. Ook bij het eerdere financiële debacle waren de betrokkenen niet bereid de ziekenhuisfunctie aan te passen aan de realiteit van de organisatie van de zorg in Amsterdam. Ook dat heeft veel geld gekost. Toen Meromi Holding (de heer Schram en mevrouw Erbudak) het ziekenhuis overnam, was het steeds de vraag ‘waarom doet men dit?’. Het ziekenhuis was technisch verouderd en in een slechte staat van onderhoud. Het enige dat je er nog mee kon doen was projectontwikkeling.
Sinds de overname door Loek Winter (2013) is er aan kwaliteit van het gebouw en de organisatie van de zorg in Amsterdam eigenlijk niets veranderd: zorg werd geboden in een verouderd pand en in een omgeving met te veel bedden. Waarschijnlijk komen we de komende dagen tot de conclusie dat het faillissement heeft duidelijk gemaakt dat er geen behoefte is aan een ziekenhuisfunctie op deze plaats. Zonder het faillissement hadden we waarschijnlijk doorgemodderd. Ook als er zich gegadigden melden voor een doorstart, mogen we hopen dat overheid, verzekeraars en collega zorgaanbieders de poot stijf houden. Voor Slotervaart moeten andere zorginhoudelijke functies worden gezocht en gevonden.
Goedkoopste
Inmiddels is er, naar grove schatting, tussen de 1,5 en 2,0 miljard euro aan zorgverzekeringsgeld naar de ziekenhuizen van Loek Winter gegaan ter bekostiging van de medische zorg. Loek beweerde onlangs in Nieuwsuur dat hij het goedkoopste ziekenhuis in Nederland is, maar daarvoor niet voldoende bekostiging kreeg van de verzekeraars. Dat lijkt een vreemde redenering. Zeker in een tijd dat de algemene ziekenhuizen (met dus volgens Loek hogere kostprijzen) redelijk positieve cijfers laten zien.
Er was dus meer mis in Slotervaart en Lelystad. Het is derhalve noodzakelijk dat de NZa onderzoek doet naar 1. De besteding van de balanssteun, 2. de interne vergoedingen binnen de bedrijven van Loek Winter en 3. de wijze waarop de bekostiging door de verzekeraars besteed werd aan de primaire zorg.
Toezichthouder in de zorg